Hiernaast staat een schema van een cel. Welk cijfer geeft het endoplasmatisch reticulum aan?
A
4
B
2
C
9
D
1
Slide 9 - Quiz
Hiernaast staat een schema van een cel. Wat wordt er met nummer 3 aangegven?
A
Mitochondrium
B
Vacuole
C
Endoplasmatisch Reticulum
D
Lysosoom
Slide 10 - Quiz
De stoffen die een mitochondrium gebruikt voor het uitoefenen van zijn functie zijn:
A
Water en zuurstof
B
Water, zuurstof en glucose
C
Glucose en zuurstof
D
Zuurstof
Slide 11 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een populatie?
A
Alle konijnen in de Duinen van Texel
B
De beplanting in een naaldbos
C
Alle organismen in een vijver
D
Een leeuwin met haar twee welpen op de savanne
Slide 12 - Quiz
Welke twee organellen zijn betrokken bij de eiwitsynthese in het cytoplasma?
A
Plastiden
B
Ribosomen
C
ER
D
Celmembraan
Slide 13 - Quiz
Welke bewering is of welke beweringen zijn juist over de levensloop en levenscyclus?
A
en levensloop eindigt met de dood
B
Een levenscyclus geldt voor een individu en een levensloop voor een soort
C
Oude onvruchtbare dieren zijn geen onderdeel meer van de levenscyclus
Slide 14 - Quiz
Op welk organisatieniveau onderzoek je in de biologie als je op het niveau van de foto aan het onderzoeken bent?
A
Molecuul
B
Organel
C
Cel
D
Weefsel
Slide 15 - Quiz
Kijk naar onderstaande afbeelding: Wat wordt aangegeven met nummer 2?
A
Celmembraan
B
Chloroplast
C
Ruw Endoplasmatisch Recticulum
D
Mitochondrium
Slide 16 - Quiz
Kijk naar onderstaande afbeelding: Wat wordt aangegeven met nummer 1?
A
Celmembraan
B
Chloroplast
C
Ruw Endoplasmatisch Recticulum
D
Mitochondrium
Slide 17 - Quiz
Wanneer je een skelet van een kip bestudeert ben je bezig op net niveau van een....
A
Weefsel
B
Orgaan
C
Orgaanstelsel
D
Organisme
Slide 18 - Quiz
Waarvoor wordt in een mitochondrium zuurstof verbruikt?
A
oor het vrijmaken van energie die nodig is voor processen in de cel
B
Voor het vrijmaken van stoffen die nodig zijn voor processen in de cel
C
Voor het vastleggen van energie die nodig is voor processen in de cel
D
Voor het vastleggen van stoffen die nodig zijn voor processen in de cel
Slide 19 - Quiz
Biologen bestuderen eigenschappen op verschillende niveaus in de biologie. Op elk hoger organisatieniveau verschijnen nieuwe eigenschappen die ........................... eigenschappen worden genoemd.