This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Binnen = beginnen
jassen en oortjes uit
Tassen van tafel
Start Lesson up
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat gaan we deze les leren?
Jullie leren wat ondernemingsvormen zijn
Jullie kunnen het verschil uitleggen tussen een natuurlijke persoon en een rechtspersoon.
Jullie kunnen kenmerken van verschillende ondernemingsvormen benoemen.
Jullie weten wat nodig is om een onderneming op te starten.
Slide 3 - Slide
Waaraan moet je denken als je een eigen bedrijf wilt starten?
Wat ga ik precies doen?
Begin ik alleen of met anderen?
Hoeveel geld heb ik nodig?
Wat is aansprakelijkheid
Slide 4 - Slide
Wat is een ondernemingsvorm
ondernemingsvorm wordt ook wel rechtsvorm genoemd
Rechtsvorm is het juridische vorm van je bedrijf.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
01:01
Welke bewering is waar?
A
Een ZZP-er kan personeel in dienst hebben
B
Een zelfstandige kan personeel in dient hebben
Slide 7 - Quiz
02:14
Welke 2 ondernemingen zijn rechtspersonen
A
Eenmanszaak
BV
B
VOF
NV
C
BV
NV
D
Eenmanszaak
VOF
Slide 8 - Quiz
Rechtsvormen van bedrijven kun je onderverdelen in:
Slide 9 - Slide
Aansprakelijkheid
Bij de keuze van de rechtsvorm kijkt de eigenaar naar de aansprakelijkheid. Kan een bedrijf zijn schuld niet terugbetalen dan gaat de schuldeiser naar degene die ervoor aansprakelijk is. De aansprakelijke moet dan de schuld terug betalen.
Slide 10 - Slide
Wie is aansprakelijk?
Slide 11 - Slide
Kamer van Koophandel (KvK)
Om een bedrijf te beginnen moet je het altijd inschrijven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel
Slide 12 - Slide
De eenmanszaak:
Een ondernemingsvorm met 1 eigenaar die de leiding heeft.
Geen rechtspersoon, eigenaar is zelf met zijn privé vermogen aansprakelijk.
Makkelijk en snel op te richten.
Je kunt alleen beslissingen nemen.
Winst hoef je niet te delen.
Slide 13 - Slide
Bij knipsalon "Hair for you" werken 4 kapsters, dit kan dus nooit een eenmanszaak zijn.
A
Waar
B
Onwaar
Slide 14 - Quiz
Welke bewering is onjuist. Bij een eenmanszaak:
A
Hoef je de winst niet te delen.
B
Moet je inschrijven bij Kamer van Koophandel
C
Ben je met je privé vermogen aansprakelijk
D
is sprake van een rechtspersoonlijkheid
Slide 15 - Quiz
VOF: vennootschap onder firma
Een ondernemingsvorm met meerdere eigenaren.
Geen rechtspersoon, eigenaren zijn zelf met hun privé vermogen aansprakelijk.
Je kunt taken verdelen.
Risico wordt door meer mensen gedragen.
Je kunt minder snel beslissingen nemen.
Slide 16 - Slide
Wie is verantwoordelijk bij een vennootschap onder firma (VOF)
A
Rechtspersoon
B
Natuurlijke persoon
Slide 17 - Quiz
BV: besloten vennootschap
1 of meerdere eigenaren
De eigenaren zijn bekend, aandelen staan op naam.
Rechtspersoon, eigenaren zijn niet met privé vermogen aansprakelijk
Om een BV op te richten worden
nogal wat eisen gesteld.
Continuïteit is gewaarborgd.
Slide 18 - Slide
Heeft een besloten vennootschap minimaal twee eigenaren?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Jan wil een onderneming oprichten. Welke rechtsvorm kan hij dan het beste kiezen indien hij let op zijn aansprakelijkheid?
A
Eenmanszaak
B
Vennootschap onder firma
C
Besloten vennootschap
Slide 20 - Quiz
Jan wil als ZZP'er een onderneming oprichten. Welke rechtsvorm kan hij dan het beste kiezen indien hij let op zijn aansprakelijkheid?
A
Eenmanszaak
B
Besloten vennootschap
Slide 21 - Quiz
NV Naamloze Vennootschap:
meerdere eigenaren, iedereen die een aandeel heeft is eigenaar.
Is een rechtspersoon, eigenaren zijn niet aansprakelijk met privé vermogen
Het bedrijf kan altijd voortbestaan, ook als een eigenaar komt te overleiden
Kan makkelijk extra vermogen verkrijgen.
Slide 22 - Slide
NV Naamloze Vennootschap:
Eigenaren zijn minder betrokken
Startkapitaal moet minimaal €45.000 zijn
Slide 23 - Slide
Bij deze ondernemingsvorm zijn niet alle eigenaren bekend.
A
BV
B
VOF
C
Eenmanszaak
D
NV
Slide 24 - Quiz
Opdracht 1:
Jullie mogen in groepjes van 2 of 3 leerlingen, je eigen onderneming oprichten.
Bedenk een naam en het soort onderneming (soort goed en/of dienst)
Waar moet je overal aan denken?
Kies een ondernemingsvorm. (niet meer dan 2 groepjes dezelfde ondernemingsvorm).
Waarom heb je voor deze vorm gekozen, uitgebreid beschrijven.
Slide 25 - Slide
Evalueren van de opdracht:
Na 10 minuten gaan we de uitwerking bespreken.
Iedereen is expert en moet dus de keuzes uit kunnen leggen.
De andere leerlingen mogen vragen stellen. Docent helpt en verbetert.
Samen bespreken hoe er is gewerkt, wat we geleerd hebben en de tips en tops voor deze les.