This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Paragraaf 5.2
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Leerdoelen.
Uniek
Schooluniformen.
Anders.
Opdracht.
Huiswerk.
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Jullie kunnen beschrijven wat Uniek is.
Jullie kunnen beschrijven wat normaal is.
Jullie kunnen beargumenteren in hoeverre je uniek bent en normaal
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Wat maakt jou uniek?
Slide 5 - Open question
'Vreemde vogel'
Waarom wordt een vogel een vreemde vogel genoemd door een andere vogel?
Is die vogel ook vreemd?
Is die ook anders of kan die ook normaal zijn?
Is die uniek? En wie is er uniek?
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Blz. 18: Schooluniformen
In hoeverre lijken de kinderen op de foto’s op elkaar?
Hoe zouden jullie het vinden om hier schooluniformen te dragen?
Wat zijn de voordelen van een schooluniform?
Vallen dan echt alle verschillen in status weg?
Of blijf je aan bepaalde dingen kunnen zien dat de één rijker is dan de ander?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
In hoeverre is dit meisje anders?
Slide 10 - Open question
Of zijn alleen haar vaders anders?
Slide 11 - Open question
‘Alle mensen zijn gelijk’ <--> ‘Elk mens is Uniek’
Dit lijken twee tegengestelde uitspraken, maar ze zijn allebei waar. Alle mensen hebben bijvoorbeeld vingers. Maar ieder mens heeft een unieke vingerafdruk.
Teken een driehoek met de punt naar boven. Verdeel de driehoek in drie lagen.
Schrijf op de onderste laag iets wat voor alle mensen hetzelfde is.
Schrijf op de middelste laag hoe het kan dat mensen gelijk én uniek zijn. Geef hierbij een voorbeeld.
Schrijf op de bovenste punt een voorbeeld van wat er aan elk mens uniek is.
Slide 12 - Slide
Wat moet je doen om ‘gewoon’ te zijn? Beschrijf de regels waaraan je je moet houden om niet buiten de groep te vallen.
Slide 13 - Mind map
Slide 14 - Video
'Ongewone mensen'
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Ongewone mensen
Wat zijn de opvallendste verschillen tussen Olive en de andere meisjes die meedoen aan de verkiezingen?
Waarom kijkt haar vader zo bedenkelijk, denk je?
Waarom gaat haar oom staan om te klappen?
Waarom zijn de andere mensen in de zaal zo geschokt, denk je?
Wat vind je van de actie van Olive’s familie?
Als jij de vader of moeder van Olive was, had je haar dan mee laten doen aan zo’n missverkiezing? Waarom wel of niet?
Slide 17 - Slide
Huiswerk
Maken van paragraaf 5.2 de opdrachten 24 t/m 44 (niet 26, 35 en 43)