2HV Formuleren H1 variatie in woordgebruik

Vandaag 

  1. Tien minuten lezen
  2. Formuleren: variatie in woordgebruik
  3. Oefening synoniemen
  4. Aan de slag!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag 

  1. Tien minuten lezen
  2. Formuleren: variatie in woordgebruik
  3. Oefening synoniemen
  4. Aan de slag!

Slide 1 - Slide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Toets formuleren
De eerstvolgende toets gaat over Formuleren H1, H2, H3 en H6.

De toets Formuleren is op dinsdag 16 maart 2023.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel formuleren H1
  • Ik kan mijn tekst aantrekkelijker maken door te variëren in woordgebruik.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Variatie in woordgebruik
Een tekst wordt snel saai als je steeds dezelfde woorden gebruikt. Het is beter om wat variatie aan te brengen.

  • Gebruik synoniemen
  • Gebruik verwijswoorden


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is een synoniem?
timer
1:00

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn verwijswoorden? Noem een voorbeeldzin waarin je een verwijswoord gebruikt.
timer
1:00

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Lees de tekst van startopdracht op blz 32. Bedenk drie synoniemen voor 'gekantelde vrachtwagen'
en drie synoniemen voor 'augurken'.
timer
2:00

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Lees de tekst van startopdracht op blz 32. Bedenk drie synoniemen voor 'vrienden'.
timer
2:00

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Welke andere woorden en formuleringen gebruikt Stijn nog meer te vaak? Noem er minstens 2.
timer
2:00

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Opdracht
Waar?
Bladzijde 33

Opdracht 1+2
Deze maak je in de les. Niet af= thuis afmaken.

Klaar?
Lezen in je leesboek.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat?
Maak opdracht 1, 2 en 3 van H1 Formuleren.

Hoe?
Op je laptop via Nieuw Nederlands online. Kun je niet online werken, dan maak je opdracht 1, 2 en 3 van blz. 32/33 in je schrift.

Klaar?
Lezen in je leesboek.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions