What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd en verleden tijd
Werkwoordspelling
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Programma
- Studiewijzer
- Persoonsvorm tegenwoordige tijd
- Persoonsvorm verleden tijd
Slide 2 - Slide
Hoe was je vakantie en hoe heb je de feestdagen gevierd?
Slide 3 - Open question
Wat heb je tot nu toe gemaakt
Zie studiewijzer
Slide 4 - Slide
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 5 - Open question
Hoe vind je de persoonsvorm?
- De zin van tijd te veranderen
- Er een vraagzin van maken
Slide 6 - Slide
Ik
ga
met de fiets naar huis
Ik
ging
met de fiets naar huis
Slide 7 - Slide
persoonsvorm
tegenwoordige tijd
enkelvoud
ik
....jij/je
gebiedende wijs
stam
u
hij/zij/het
jij/je
namen
stam+t
meervoud
wij/we
zij
jullie
...
hele werkwoord
Het hele werkwoord -en noemen we de stam.
Meervoud van dingen telt ook als meervoud
De honden lopen
over straat.
Alle planten hebben
water gekregen.
Alle stopcontacten zijn
beveiligd.
Een moeilijk woord voor hele werkwoord is
infinitief
Slide 8 - Slide
Aangepaste stam
Stam --> lopen --> lop
Ik-vorm --> ik loop
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Mijn vader (worden) morgen vijftig jaar
Slide 11 - Open question
persoonsvorm
verleden tijd
sterke werkwoorden
veranderen van klank
zwakke werkwoorden
enkelvoud
meervoud
Er zijn geen regels voor het vervoegen van sterke werkwoorden.
Je moet ze onthouden.
lopen - liepen
slapen - sliepen
geven - gaven
+te
+de
+ten
+den
In de verleden tijd gebruik je het 't ex-kofschip
om zeker te weten of je +te of +de moet schrijven.
Slide 12 - Slide
Sterke/zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden -->
Veranderen van klank --> wij zwemmen/wij zwommen
Zwakke werkwoorden -->
Veranderen niet van klank --> ik wacht/ik wachtte
Slide 13 - Slide
'T eX KoFSCHiP
Ik (wachten v.t.)
Stap 1. Hele werkwoord -en
Wacht
Stap 2. Staat de laatste letter in 'eX KoFSCHiP?
Stap 3. JA? Te/Ten Nee? De/den
Stap 4. Ik wachtte
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in: Het vuur (branden) niet goed
Slide 16 - Open question
Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in: Wat (worden) jij later?
Slide 17 - Open question
Vul de persoonsvorm verleden tijd in: Waarom (wenden) je je niet tot de directeur?
Slide 18 - Open question
Vul de persoonsvorm verleden tijd in: De hond van de buren (blaffen) erg hard
Slide 19 - Open question
Aan de slag
Werkblad 5 en de eindopdracht website.
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Lesson with
27 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd en verleden tijd
May 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Week 40 klas 1/2 spelling pv tt + vt
September 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Tegenwoordige tijd en verleden tijd
November 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Tegenwoordige tijd en verleden tijd
10 days ago
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
BBL werkwoordspelling les 1
May 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
BBL werkwoordspelling les 1
November 2020
- Lesson with
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1