Medicatie groepen Helpende plus

Medicatietoediening les 2
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Medicatietoediening les 2

Slide 1 - Slide

Lesinhoud ochtend
  • Medicatie groepen
  • Ogen, oren, neus toedieningen
  • Pleisters en zetpillen
  • Skills oefenen
Lesinhoud middag
  • Opdracht uitwerken
  • Opdracht presenteren

Slide 2 - Slide

Bloeddruk
Risico's
Hoge bloeddruk geeft verhoogde kans op hart- en vaatziekten, nierschade en schade aan ogen.
Hoge bloeddruk
Een bovendruk hoger dan 140 en een onderdruk hoger dan 90 wordt hoge bloeddruk genoemd.
Bij ouderen mag deze iets hoger zijn.
Wat is dat?
De bovendruk (systolische druk) is de druk die gemeten wordt wanneer het hart zich inspant en bloed in de slagaders pompt.
De onderdruk (diastolische druk) is de druk die gemeten wordt als het hart zich ontspant.
Medicatie
  • ACE-Remmers (vermindert vaatvernauwing). Medicatie o.a. captopril, perindopril, enalapril . Bijwerkingen: o.a. duizeligheid, prikkelhoest, huiduitslag, jeuk.
  • Bètablokkers (vertraagd de hartslag en hartminuutvolume). Medicatie o.a. metoprolol, propranolol, atenolol. Bijwerkingen: o.a. duizeligheid, vernauwing luchtwegen, koude handen en voeten, lage hartslag.
  • Calciumantagonisten (Zorgt voor vaatverwijding, hartslag vertraagd, verminderen pompkracht hart. Medicatie o.a. amlodipine, nifedipine. Bijwerkingen: o.a. duizeligheid, hoofdpijn, klachten maag- darmstelsel.
  • Diuretica (plastabletten) Medicatie o.a. hydrochloorthiazide en furosemide. Bijwerkingen: o.a. duizeligheid, spierkramp, dehydratie.

Slide 3 - Slide

Plastabletten
Plasstoornissen
Treedt vaak op bij oudere leeftijd.
Bijvoorbeeld het niet kunnen ophouden van urine, overactieve blaas of verslapte spieren.
Medicatie hiervoor is bijvoorbeeld: Vesicare en oxybutanine
Mannen krijgen vaak last van prostaat die vergroot is en kunnen daardoor ook plasstoornissen krijgen.
Medicatie die gegeven wordt is o.a: Omnic, proscar en avodart.
Tijdstip
Geef plastabletten indien mogelijk in de ochtenduren (tenzij 2x daags).
In de avonduren kan het de nachtrust negatief beïnvloeden doordat mensen in de nacht naar het toilet moeten.
Medicatie
Ook wel diuretica genoemd. Deze tabletten voeren overtollig vocht af o.a. door zoutuitscheiding.
Medicatie o.a: hydrochloorthiazide en furosemide
Bijwerkingen o.a: uitdroging, verminderde nierfunctie, spierkrampen, duizeligheid en droge mond.

Slide 4 - Slide

Hartmedicatie
Angina pectoris
Hartkramp
Hierbij krijgt een deel van het hart te weinig zuurstof, bijna altijd door een vernauwing van de kransslagaders.
Signalen: beklemmend gevoel op de borst, uitstraling naar de linker arm, kaken en schouderbladen.
(Let op: bij vrouwen kunnen hele andere signalen optreden).

Medicatie
  • ACE-remmers of bètablokkers (zie voorgaande sheet--> hoge bloeddruk).
  • Calciumantagonisten (zie voorgaande sheet--> hoge bloeddruk)
  • Plastabletten (zie voorgaande sheets).
  • Digoxine: dit zorgt ervoor dat de hartspier krachtiger samentrekt. Medicatie o.a. lanoxin. Bijwerkingen zijn: langzame hartslag, verwardheid, wazig zien.
  • Nitraten: Verwijden bloedvaten. Medicatie o.a. nitroglycerine, isordil. Bijwerkingen o.a. hoofdpijn, duizeligheid, lage bloeddruk.
Decompensatio Cordis
Hartfalen
Het hart pompt het bloed niet meer goed rond door:
Verminderde hartspierfunctie door bijvoorbeeld een hartinfarct of een infectie.
Er is een verminderde pompfunctie van het hart door bijvoorbeeld slechte hartkleppen of ritmestoornissen.

Slide 5 - Slide

Cholesterol
Hypercholesterolemie
Een te hoog cholesterol: hierdoor kan er aderverkalking optreden, hierdoor bestaat een hoger risico op hart- en vaatziekten.

Medicatie
Statinen: Medicatie o.a. lipitor, zocor, crestor. Inname gebeurt vaak 's avonds in verband met bijwerkingen.
Bijwerkingen o.a: spierpijn, maagdarmklachten en jeuk.

Slide 6 - Slide

Bloedverdunners
Risico's
Er kunnen overal in het lichaam problemen optreden door een bloedstolsel, waar? dat ligt aan de plek waar het bloedstolsel zich bevind.
Bijvoorbeeld stolsels in kransslagaders geven schade aan de hartspier (hartinfarct).
Andere risico's o.a. longembolie, herseninfarct.
Stolling
Bloed stolt niet zomaar in de bloedvaten. Als daar iets misgaat, bijvoorbeeld te langzaam stroomt, kan dit problemen geven.
Verhoogd risico: bedlegerige clienten, bloedvatvernauwing, operaties en ongelukken.
Medicatie
Acetylsalicylzuur (Ascal): zorgt ervoor dat de bloedplaatjes niet klonteren.
Vitamine K antagonisten: onderdrukt de stollingsneiging. Medicijnen o.a. sintrom/acenocoumarol,  marcoumar/fenprocoumon.
Heparinen: o.a. fragmin, fraxiparine.
P2Y12-remmers: Voorkomen trombusvorming. Medicatie o.a: plavix, clopidogrel, brilique.
Bijwerkingen: Hematomen, bloedingen.
Let op! overleg als je veel blauwe plekken of bloedneus bij de client signaleert.

Slide 7 - Slide

Antibiotica
Hoe innemen?
  • Altijd de kuur afmaken!
  • Kan in verschillende vormen beschikbaar zijn.
  • goed verdeeld over 24 uur innemen.
Medicatie
Dit is medicatie die werkzaam is tegen bacterien. 
Medicatie o.a: amoxicilline, penicilline, flucloxacilline. 

Bijwerkingen
Antibiotica kan vervelende bijwerkingen hebben zoals:
Diarree, misselijkheid, uitslag, kortademigheid.
Overleg altijd als je dit opmerkt.
Innemen met eten kan helpen diarree verminderen.

Slide 8 - Slide

Risico's
Let op bijwerkingen:
- NSAID o.a: maagdarmstoornissen, gastro-intestinale bloedingen.
- Opioiden: Veelvoorkomend = obstipatie!
Verder o.a: ademhalingsdepressies, misselijkheid, verwardheid.

Slide 9 - Slide

Antidepressiva
Medicatie o.a: prozac, seroxat, citalopram.
Bijwerkingen: maag-darmklachten, seksuele disfunctie.
Let op onttrekkingsverschijnselen na plotseling staken. 
Effect is meestal pas na 2-4 weken merkbaar. 

Antipsychotica/ neuroleptica
Tegen wanen en hallucinaties.
Bijvoorbeeld: zyprexa, haldol, seroquel.
Bijwerkingen o.a: slaperigheid, gewichtstoename, agitatie.
Angstdempende middelen
Anxiolytica
Medicatie o.a: alprazolam, lorazepam, bromazepam.
Bijwerkingen o.a: vermoeidheid, verminderde oplettendheid, emotionele afvlakking.
Slaapmiddelen en kalmeringsmiddelen
Benzodiazepinen:
Medicatie o.a: temazepam, diazepam, oxazepam, zopiclon.
Bijwerkingen o.a: slaperigheid, afvlakking gevoel, verwardheid, droge mond, maag-darm klachten.
Stimulantia
Concentratie bevorderend. 
Medicatie o.a: ritalin, concerta. 
Bijwerkingen o.a: slapeloosheid, hartkloppingen, nervositeit verminderde eetlust, droge mond.
Overige medicatie: Anti epileptica
Medicatie ter voorkoming van insult, bijvoorbeeld: Fenytoine, Gabapentine.
Medicatie ter behandeling van insult: Diazepam rectiole (stesolid) of midazolam neusspray.

Slide 10 - Slide

Medicatie
Poeders/ drankjes: o.a: macrogol, metamucil, lactulose.
Klysma: o.a. colex-klysma, microlax.
Zetpil: bisacodyl
Bijwerkingen o.a: Buikkrampen, misselijkheid, diarree, elektrolystoornissen.

Slide 11 - Slide

Welk moment van de dag geef je een client plastabletten?
A
In de ochtend
B
Maakt niet uit
C
In de avond
D
Alleen bij klachten

Slide 12 - Quiz

Waar let je op als iemand bloedverdunners gebruikt?
A
Dat mensen goed blijven bewegen
B
Hoeveel mensen drinken
C
Hoeveel mensen plassen
D
Bloedneus en blauwe plekken

Slide 13 - Quiz

Waar werkt antibiotica tegen?
A
schimmels
B
bacteriën
C
virussen
D
tegen allemaal

Slide 14 - Quiz

OPDRACHTEN!

Slide 15 - Slide

Ogen druppelen / zalf
  • Hygiëne en Houdbaarheidsdatum.
  • Oog schoonmaken van buiten naar binnen.
  • Client achterover buigen hoofd, naar boven kijken of liggende houding.
  • Gootje maken en 0,5-1 cm aanbrengen
  • Client oog sluiten (niet knijpen)
  • 1 minuut traanbuis dicht drukken (bij druppels)
  • Meerdere soorten --> volg voorschrift arts
  • Zalf te dik? Tube verwarmen in handen
  • Na zalf (8 uur geen lenzen)
  • Eerst zalf dan druppels (5 minuten wachten)


Slide 16 - Slide

Neus druppelen / sprayen
Hygiëne en Houdbaarheidsdatum.
Neus snuiten.
Druppels: 
Hoofd achterover buigen of liggende houding.
Na toedienen hoofd voorover buigen (paar tellen inwerken).
Indien meerdere druppels (3-5 minuten er tussen).
Spray: 
Flesje schudden.
Hoofd voorover buigen.
Andere neusgat dicht, inhaleren.

Slide 17 - Slide

Transdermale pleisters
  • Hygiëne.
  • Wissel van plaats.
  • Haartjes wegknippen, niet scheren.
  • Niet op rode, beschadigde, geïrriteerde huid.
  • Handschoenen bij verwijderen.
  • Minimaal 30 seconden aandrukken.

Slide 18 - Slide

Oren druppelen
  • Houdbaarheidsdatum.
  • Hygiëne.
  • Zitten of liggen, hoofd opzij gebogen.
  • Oorschelp naar achteren en omhoog.
  • 3 - 10 minuten in houding blijven.

Slide 19 - Slide

Zetpillen
Eventueel zetpil bevochtigen.
Linkerzij, opgetrokken knieën (of rugligging).
Client ontspannen, zacht persen.
Punt of stompe kant eerst? (zie bijsluiter).
Tot voorbij de kringspier inbrengen.
Bekkenbodem spieren samentrekken.
Indien mogelijk 5-10 minuten blijven liggen.

Slide 20 - Slide

OPDRACHT (45 minuten)
  • +/- 5 minuten presentatie over een veel gebruikt medicijn.
  • Iedereen aan het woord
  • Gebruik powerpoint 

Gebruik:
1. Helpende plus boek hoofdstuk 3.
2. App of website farmacotherapeutisch kompas.
3. Online bijsluiter van medicijn.
Uitwerken:
  • Tot welke groep behoord deze medicatie?
  • Wat is de functie en werking van het medicijn?
  • Bij welk ziektebeeld zou je dit medicijn kunnen gebruiken?
  • Hoe moet je dit medicijn innemen?
  • Wat zijn de meest voorkomende bijwerkingen van dit medicijn?
  • Eventueel andere aandachtspunten voor dit medicijn?






Slide 21 - Slide