This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Goedemorgen!
Goed dat je er bent.
Meld je alvast even aan voor de LessonUp van vandaag.
Lever je mobiel in.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
jeugdjournaal.nl
Slide 5 - Link
1e lesuur:
Slide 6 - Slide
leerdoel
Je leert zoekend lezen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Je gaat op Koningsdag met je familie naar de plaats Nijkerkerveen. Er is daar genoeg te beleven. Bekijk de tekst. Hoe laat begint de optocht door Nijkerkerveen?
De optocht begint om:
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Hoeveel moet je betalen om mee te doen aan het penaltyschieten?
Slide 11 - Open question
Heb je de tekst helemaal gelezen om het antwoord op vraag 1 en 2 te vinden? Vul in: ja of nee, omdat....
Slide 12 - Mind map
Slide 13 - Slide
nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 14 - Link
Aan de slag!
timer
30:00
Klaar? maken wiskunde paragraaf test jezelf
Slide 15 - Slide
2e lesuur:
Slide 16 - Slide
Pauze
timer
15:00
Slide 17 - Slide
3e lesuur:
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Waar denk jij aan als je aan het land India denkt? Schrijf 3 dingen op.
Slide 21 - Mind map
Slide 22 - Slide
Aan de slag!
timer
30:00
Slide 23 - Slide
4e lesuur:
Slide 24 - Slide
leerdoel
A1 I can make out the subject of a clip.
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
steppingstones.digitaal.noordhoff.nl
Slide 27 - Link
Aan de slag!
timer
30:00
Slide 28 - Slide
Pauze
timer
20:00
Slide 29 - Slide
Lezen
timer
10:00
Slide 30 - Slide
5e lesuur:
Slide 31 - Slide
Aan de slag!
timer
30:00
Slide 32 - Slide
6e lesuur:
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Schrijf drie voorwerpen op die bij jou thuis van glas zijn gemaakt.
Slide 35 - Mind map
Het glas dat thuis in de ramen zit, is:
A
doorzichtig en buigbaar
B
breekbaar en ondoorzichtig
C
buigbaar en zacht
D
doorzichtig en breekbaar
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Glaswol wordt gemaakt van
Slide 39 - Open question
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Hout is brandbaar. Dat kan een voordeel zijn, maar ook een nadeel. Noem een voordeel en een nadeel.