What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
oefentoets meervoud van zelfstandige nw.
Oefentoets meervoud van zelfstandige nw.
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefentoets meervoud van zelfstandige nw.
Slide 1 - Slide
Taalverzorging
Je moet weten;
dat je het meervoud van zelfstandige naamwoorden maakt door een -s of -n aan het eind van het woord te schrijven;
dat zelfstandige naamwoorden die eindigen op een klinker (behalve de -e), -’s krijgen in het meervoud
we kijken een filmpje en maken vragen!
LET OP; DIT IS HERHALING!!!
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Wat zijn de drie meest voorkomende manieren waarop het meervoud van een zelfstandig naamwoord wordt gemaakt?
timer
0:20
Slide 4 - Open question
Wat moet je doen om een afkorting in het meervoud te zetten?
timer
0:20
Slide 5 - Open question
Wat is goed?
A
groenten
B
groentes
C
allebei goed
D
allebei fout
Slide 6 - Quiz
Wat is goed?
A
tweën
B
tweeën
C
twëen
D
tweëen
Slide 7 - Quiz
Noteer het meervoud van het woord.
krat
Slide 8 - Open question
Noteer het meervoud van het woord.
heer
Slide 9 - Open question
Wat is goed?
1 graf
A
2 graaven
B
2 grafen
C
2 graffen
D
2 graven
Slide 10 - Quiz
Soms heeft een woord twee verschillende meervoudsuitgangen. Geef een voorbeeld.
Slide 11 - Open question
Wat is goed?
A
kommaas
B
kommas
C
komma's
D
kommaa's
Slide 12 - Quiz
Noteer het meervoud van het woord.
avocado
Slide 13 - Open question
Noteer het meervoud van het woord.
vork
Slide 14 - Open question
Welke meervoudsregel hoort erbij?
aardbei
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
Slide 15 - Quiz
Noteer het meervoud van het woord.
hengel
Slide 16 - Open question
Noteer het meervoud van het woord.
fout
Slide 17 - Open question
Noteer het meervoud van het woord.
bobslee
Slide 18 - Open question
Noteer het meervoud van het woord.
dvd
Slide 19 - Open question
Welke meervoudsregel hoort erbij?
alinea
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
Slide 20 - Quiz
Welke meervoudsregel hoort erbij?
asperge
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
Slide 21 - Quiz
Wat is goed?
A
driën
B
drieën
C
driëen
D
drieëen
Slide 22 - Quiz
Noteer het meervoud van het woord.
farao
Slide 23 - Open question
Museum wordt in het meervoud museums of musea.
Het meervoud van jubileum wordt dus
_____________ of _______________ .
Slide 24 - Open question
Zeeman wordt in het meervoud zeemannen, zeelui of zeelieden.
Het meervoud van vakman wordt dus
_________, _________ of _________ .
Slide 25 - Open question
Meervoud -s of -'s
A
fopcadeaus
B
fopcadeau's
Slide 26 - Quiz
Welk woord schrijf je in het meervoud met een apostof 's?
A
disco
B
cadeau
C
wagen
D
reclame
Slide 27 - Quiz
Meervoud -s of -'s
A
dictees
B
dictee's
Slide 28 - Quiz
Meervoud -s of -'s
A
garages
B
garage's
Slide 29 - Quiz
Het is voor mij duidelijk hoe je meervouden op -en en -s moet spellen
A
Ja, helemaal duidelijk
B
Nee, ik snap er niets van
C
Ja, maar ik heb nog wel een vraag
Slide 30 - Quiz
More lessons like this
Proefles Meervoud op -en/-s/'s, 1F
April 2018
- Lesson with
16 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Meervoud en bijv nw
March 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Spelling 3.4
December 2022
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
herhaling bijv nw, ww, woordenschat PTO 3 m2
March 2021
- Lesson with
20 slides
spaans
Secondary Education
V1a les 2
February 2021
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Meervoudsvormingen
November 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Secondary Education
Spelling 3.8
May 2022
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
m1 spelling meervoud znw en bnw
February 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1