This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 7 -
Hoe groot is onze wereld?
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Weet je het nog?
Slide 3 - Slide
Wat is de eurozone?
A
Alle landen in Europa
B
Alle landen in de Europese Unie
C
Alle landen die betalen met de euro
Slide 4 - Quiz
Juist of onjuist? Binnen de EU is er 'vrij verkeer van personen'.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Als de wisselkoers van de € stijgt, dan ...
A
wordt de € duurder
B
dan wordt de € goedkoper
Slide 6 - Quiz
Juist of onjuist? Door vrijhandel wordt het goedkoper om producten te importeren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Juist of onjuist? Binnen de EU is er sprake van protectie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Juist of onjuist? Door vrijhandel kunnen bedrijven hun producten makkelijker exporteren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
De EU heft invoerrechten op schoenen uit China. Wat gebeurt er met de prijs die jij voor deze schoenen betaalt?
A
prijs blijft gelijk
B
prijs hoger
C
prijs wordt lager
D
Slide 10 - Quiz
Kies in de volgende tekst telkens de juiste woorden:
Met invoerrechten maakt de overheid de ...1... (import/export) van buitenlandse goederen ...2... (goedkoper/duurder).
...1...
...2...
import
export
goedkoper
duurder
Slide 11 - Drag question
Door invoerrechten kopen consumenten ...1... (meer/minder) producten uit ons eigen land. Dat is ...2... (wel/niet) goed voor de werkgelegenheid in Nederland.