Instructie les hoofdstuk 3 paragraaf 1.2+ 1.3 Russische revolutie

Hoofdstuk 3, paragraaf 1.2 + 1.3

Russische Revolutie
1917



1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3, paragraaf 1.2 + 1.3

Russische Revolutie
1917



Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

Rusland voor de Revolutie
  • Rusland was een agrarische samenleving waarin de Tsaar (keizer) alle macht had - absolute macht. (Doema?)

  • Eind 19e start industrialisatie --> zeer laat vergeleken met West-Europa.



Slide 3 - Slide

Oorzaken
  • Volk heeft het slecht: gebrek aan alles!

  • Verlies Russisch-Japanse oorlog (1904-1905)

  • Bloedig neerslaan van opstand (1905): Bloedige zondag

  • Grote verliezen in de Eerste Wereldoorlog

Slide 4 - Slide

Februari 1917

  • Voorlopige (democratische) regering

  • Tsaar treedt af (2 maart) en wordt gearresteerd

  • (Oorlog ging gewoon door)

Slide 5 - Slide

Oktober 1917
Duitsland(!) helpt Lenin, Rusland binnen te smokkelen (april 1917)

  • Communisten o.l.v. Lenin grijpen de macht en de voorlopige regering wordt afgezet.

  • De Tsaar en zijn familie worden vermoord (juli 1918)

Slide 6 - Slide

De oorzaken van de Russische Revolutie zijn onder te verdelen in politiek, sociaal-economisch en militair. Koppel de oorzaken aan de juiste categorie.
Politiek
Sociaal-economisch
Militair
Grote verliezen WOI
Alleenheerschappij tsaar
Armzalige leefomstandigheden boeren en arbeiders

Slide 7 - Drag question

0

Slide 8 - Video

Leerdoelen
  • Aan het eind van de les weet je hoe de strijd tussen de Bolsjewieken en Mensjewieken eindigden. 
  • Weet je hoe het dagelijkse leven ingrijpend veranderden. 

Slide 9 - Slide

Rood tegen Wit
Deelname aan de Eerste Wereldoorlog wordt stopgezet door Lenin: Vrede van Brest-Litovsk (maart 1918)
Rusland verliest:
  • Oekraine
  • Russisch Polen
  • Baltische Staten (Es, Let, Lit)
 
Daarna burgeroorlog: Roden  tegen Witten
De Witten (Mensjewieken / minderheid):
- Officieren trouw aan de tsaar
- Zonen van adel / bourgeouisie
- Nationalisten, gesteund door het Westen
- Koelakken=rijke boeren
  




Slide 10 - Slide

Rood tegen Wit
De Roden (Bolsjewieken / meerderheid of socialisten/communisten))
  • Arbeiders
  • Arme boeren
(o.l.v. Vladimir Lenin, Leon Trotski)


Het Rode Leger (onder dwang gevormd door Trotski)
1918: 430.000 man
1920: 5.300.000 man
(o.a. ook doordat veel arme boeren bang zijn voor een terugkeer van de tsaar) 

1922: Bolsjewieken / socialisten winnen de burgeroorlog



Slide 11 - Slide

Lenin aan de macht 
  • Wint de strijd tussen bolsjewieken  (roden)  en mensjewieken (witten). 
  • Oprichting Sovjet-Unie in 1922!
  • Sovjet-Unie werd een éénpartijstaat. 

  • Lenin bestuurde Sovjet-Unie samen met andere leden via het Centraal Comité.
  • Geheime politie rekent af met ‘vijanden’ van de Revolutie.
  • Alle productie gaat naar de staat.
  • Geen privé-bezit!

Slide 12 - Slide

De Sovjet-Unie
De Sovjet-Unie is de naam voor Rusland, toen het land een communistische dictatuur was.  

Een sovjet is? 
  • een raad van boeren, arbeiders en soldaten. 
Het bestuur van Sovjet-Unie zou in handen van deze sovjets moeten zijn.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Controlevragen
1. Wie behoorden bij 'De Witten'?
2. Wie behoorden bij 'De Rode'?
3. Waarom gingen veel boeren bij het Rode Leger?
4. Wat voor politieksysteem kwam er nadat Lenin had gewonnen?
5. Leg uit hoe streng de controle van de Communistische partij was.

Slide 15 - Slide