406

spullen:

Dit lesuur:

  • Lezen                         
  • HW bespreken
  • Start 4.3:
    - Noodstop

  • Aantekening en opdrachten





BORD
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

spullen:

Dit lesuur:

  • Lezen                         
  • HW bespreken
  • Start 4.3:
    - Noodstop

  • Aantekening en opdrachten





BORD

Slide 1 - Slide

Lezen
stopwatch
00:00

Slide 2 - Slide

Aantekening
Aantekening vorige les:

Er is sprake van negatieve arbeid
wanneer een kracht de beweging tegenwerkt.

Gewone arbeid wordt omgezet in bewegingsenergie
Negatieve arbeid wordt omgezet in warmte.

m = mili = gedeeld door 1000
c = centi = gedeeld door 100
k = kilo = keer 1000
M = mega =keer 1 000 000

Slide 3 - Slide

m = mili = /1000
c = centi = /100
k = kilo = x 1000
M = mega = x 1000000

Slide 4 - Slide

3000
0,5
25000
70000
2000
350
2500000
0,004
m = mili = /1000
c = centi = /100
k = kilo = x 1000
M = mega = x 1000000

Slide 5 - Slide

20

Slide 6 - Slide

FsW

Slide 7 - Slide

Antwoord 22a

  • Gegeven:
    s = 1,0 m
    F = 200 N
  • Gevraagd:
    Bewegingsenergie = Arbeid = W

  • Formule:
    W = F x s
  • Berekening:
        200 x 1 = 200 
  • Antwoord:
    W = 200 J
FsW
Gegeven: 


Gevraagd:


Formule:

Berekening:   
 
Antwoord:

Slide 8 - Slide

Antwoord 22b

  • Tijdens het duwen is er 200 J aan arbeid en dus bewegingsenergie de steen in gegaan. Tijdens het verder glijden tot stilstand wordt al deze energie er weer uit gehaald.
  • Dus moet de hoeveelheid arbeid die de wrijvingskracht verricht is -200 J zijn.
FsW

Slide 9 - Slide

Antwoord 22c

  • Gegeven:
    s = 30 m
    W = 200 N
  • Gevraagd:
    Wrijvingskracht = F

  • Formule:
    F = W / s
  • Berekening:
         200 / 30 = 6,67 
  • Antwoord:
    F = 6,67 N
FsW
Gegeven: 


Gevraagd:


Formule:

Berekening:   
 
Antwoord:

Slide 10 - Slide

Antwoord 22d

  • Door het vegen smelt de bovenste laag van het ijs waardoor de steen makkelijk glijdt.
  • Hiermee kan het pad van de steen worden bijgestuurd.
FsW

Slide 11 - Slide

Opdracht 27

Slide 12 - Slide

Opdracht 27
Werkt een kracht in de richting van de beweging? 
Positieve arbeid

Werkt een kracht tegen de richting van de beweging in?
Negatieve arbeid

Staan de kracht en de beweging loodrecht op elkaar?
Geen arbeid

Slide 13 - Slide

Hoe kan je ervoor zorgen dat je zo snel mogelijk stilstaat?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Noodstop
Twee factoren die invloed hebben op hoe snel je stil kan staan.
De bestuurder, bijv:

De omgeving, bijv:

Slide 20 - Slide

Noodstop
Twee factoren die invloed hebben op hoe snel je stil kan staan.
De bestuurder, bijv:
- opletten/afleiding
- alcohol
- medicijnen
- slechte ogen
De omgeving, bijv:
- gladheid van de weg
- banden van de auto
- mist

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

                    Noodstop
- Reactietijd
- Reactieafstand
- Remweg
Reactieafstand + Remweg = Stopafstand
Er gebeurt iets op de weg.
  Je begint     
  met remmen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Botskracht
Botskracht is de kracht die de auto afremt bij een botsing, door de kreukelzone in te drukken.

Slide 28 - Slide

Stopkracht
Stopkracht is de kracht die de passagiers tot stilstand brengt.

Slide 29 - Slide

Stopkracht
Veiligheidsmaatregelen in de auto hebben als doel de stopafstand te vergroten en op die manier de stopkracht te verkleinen.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide





Werk aan:
Neem de aantekening over.
     Kracht in de richting van de beweging? ⇨ Positieve arbeid

Kracht tegen de richting van de beweging in? ⇨ Negatieve arbeid

Kracht en de beweging loodrecht op elkaar?
Geen arbeid
Botskracht: - is de kracht op het voertuig.
                        - verminderd door kreukelzone
Stopkracht: - is de kracht op de passagier.
                        - verminderd door helm/gordel/airbag
         Twee soorten invloeden op een noodstop:
De bestuurder, bijv:
- opletten/afleiding
- alcohol/ medicijnen
- slechte ogen
Beinvloedt de reactietijd en 
reactieafstand.
De omgeving, bijv:
- gladheid van de weg
- banden van de auto
- mist
Beinvloedt de remweg
Reactieafstand + Remweg = Stopafstand
Lees 4.3
4.2:
Maak 31 en 34
4.3:

Slide 32 - Slide

     Kracht in de richting van de beweging? ⇨ Positieve arbeid

Kracht tegen de richting van de beweging in? ⇨ Negatieve arbeid

Kracht en de beweging loodrecht op elkaar?
Geen arbeid
         Twee soorten invloeden op een noodstop:
Reactieafstand + Remweg = Stopafstand
De bestuurder, bijv:
- opletten/afleiding
- alcohol/ medicijnen
- slechte ogen

Beinvloedt de reactietijd en 
reactieafstand.
De omgeving, bijv:
- gladheid van de weg
- banden van de auto
- mist

Beinvloedt de remweg
4.2:
4.3:

Slide 33 - Slide