This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
vraagt om toestemming / zeggen dat iets niet mag
May I go now? (Mag ik nu gaan?)
You may not go to te party. (Je mag niet naar het feest)
Might I ask you a question? (Zou ik u een vraag mogen stellen?)
'mogen/ toegestaan'
You are allowed to go to the party.
I am not allowed to talk in class.