This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Eerst een kleine herhaling van de present simple.......
Wie weet hier nog iets van?
Slide 2 - Slide
Het is: I drink MAAR: She, he, it .........
Slide 3 - Mind map
The present continuous
In deze les gaan we herhalen wat de present continuous is, hoe je hem maakt en wanneer je hem gebruikt!
Slide 4 - Slide
Present Continuous
They are dancing. He is cycling. He is cooking.
Deze mensen zijn op dit moment allemaal iets aan het doen. Als je wilt praten over iets dat nu aan de gang is, gebruik je daarvoor de Present Continuous’, Het wordt ook wel de -ing-vorm genoemd.
Slide 5 - Slide
Present Continuous
Hoe maak je de Present Continuous?
am-is-are + werkwoord+ing
- I amworking. - Sheis singing. - We are dancing.
Je kunt in deze zinnen ook de verkorte vorm gebruiken:
- I’m working. - She’s singing. - We’re dancing.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
He .......... dancing
A
am
B
are
C
is
D
be
Slide 8 - Quiz
we ........ singing
Slide 9 - Open question
Maak de volgende zin af: He (to talk)......
Slide 10 - Open question
Schrijf heel de zin op! We / do / an exercise / now.
Slide 11 - Open question
Schrijf heel de zin op! They / listen / to the teacher.
Slide 12 - Open question
Schrijf heel de zin op! Sam and Sarah / play.
Slide 13 - Open question
Schrijf heel de zin op! I / play football / at the moment
Slide 14 - Open question
Present Continuous
Je kunt naast bevestigende zinnen, ook ontkennende zinnen en vraagzinnen maken. Dit werkt eigenlijk hetzelfde;