LJ2 - Grammatica unit 1 / LJ 1 Vocabulary unit 1

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 1
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Terugblik / Retrospect
3. 
Lesdoel / Goals 
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 1
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Terugblik / Retrospect
3. 
Lesdoel / Goals 
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation

Slide 1 - Slide

1. Lesopening/lesson opening LJ1/LJ2
 LJ2: Take your English book and open it on page 14.

LJ1: Take your English book and open it on page 14. Make exercise 7 and 8.
Ready? Than open the app Quizlet and practise the words of paragraph 1.1
After that you take the word search of lesson 1.1

Slide 2 - Slide

2. Terugblik/retrospect LJ2

Slide 3 - Slide

3. Lesdoel/Goals LJ2
After this lesson/na deze les I:
- know the grammer: one/ones
- know the grammar: present continuous 

Slide 4 - Slide

4. Instructie/instruction LJ2
One / ones

Vaak kun je een zelfstandig naamwoord vervangen voor one als je het herhaalt of als je antwoord geeft op een vraag.
Wanneer je met meervoud te maken hebt gebruik je ones. 

Slide 5 - Slide

4. Instructie/instruction LJ2
Een aantal voorbeelden:

- Which skirt are you going to buy? The white one.
- This new bag is black, my old one was green.

-These brown belts are cheaper than the black ones over there. 

Slide 6 - Slide

present continuous
Hoe maak je de present continuous?

am-is-are + werkwoord+ing

- I am working.
- She is singing. - We are dancing
Je kunt in deze zinnen ook de verkorte vorm gebruiken:

- I’m working. - She’s singing. - We’re dancing.

Slide 7 - Slide

present continuous
Kijk wat deze mensen aan het doen zijn:
  
They are dancing. He is cycling. He is cooking.

Deze mensen zijn op dit moment allemaal iets aan het doen. Als je wilt praten over iets dat nu aan de gang is, gebruik je daarvoor de present continuous’, Het wordt ook wel de -ing-vorm  genoemd.

Slide 8 - Slide

He .......... dancing
A
am
B
are
C
is
D
be

Slide 9 - Quiz

Schrijf heel de zin op!
We / do / an exercise / now.

Slide 10 - Open question

present continuous
De zinnen die we zojuist geoefend hebben zijn in de bevestigende vorm. 
Je kan de present continuous ook in ontkennende en vragende vorm schrijven.

I'm not playing a game.
Am I playing a game?

Slide 11 - Slide

Sue ___ ___ her homework at the moment.
A
am not doing
B
aren't doing
C
isn't doing

Slide 12 - Quiz

___ you ___ eating some fries?
A
am ... eating?
B
are ... eating?
C
is ... eating?

Slide 13 - Quiz

5. Begeleid inoefenen/guided practice
Exercise 8 and 10a.

Slide 14 - Slide

6. Zelfstandig werken/work independently

Make Exercise 8, 9 and 10 on page 14, 15 and 16. 


Ready?
check the assignments.
After that you take the word search of lesson 1 or practise the words on Quizlet. 
timer
1:00

Slide 15 - Slide

7. Evaluatie/Evaluation
How was this lesson?
Do you have any questions about this lesson?


Homework LJ1:                                        Homework LJ2:
Tuesday 21 september                         Tuesday 21 september
Unit 1 exercise 7 and 8                         Unit 1 exercise 8, 9 and 10

Slide 16 - Slide