B3a- Nederlands - 4.4 schrijven en formuleren

1 / 21

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Heb jij je huiswerk gemaakt?

Nee

Slide 4 - Quiz

Huiswerk wel gemaakt? Hoe ging het? Was het moeilijk/makkelijk?

Huiswerk niet gemaakt? Waarom niet?

Slide 5 - Open question

Wat hebben we de vorige les gedaan?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Wat doe je wanneer je een nieuw apparaat hebt gekocht?

Ik lees de handleiding

Ik ga zelf uitzoeken hoe het werkt

Slide 8 - Quiz

Geef een voorbeeld van instructieteksten.

Slide 9 - Mind map

Instructiezinnen

Instructies moeten duidelijk zijn
Je schrijft de zinnen vaak kort
Zinnen in instructies beginnen met een werkwoord (stam)
In de zinnen staat geen onderwerp

Plaats de campingbrander op een droge ondergrond.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Is dit een instructie?

Nee

Slide 12 - Quiz

Waar herken je dat aan?

Slide 13 - Open question

Signaalwoorden: volgorde en tijd

Volgorde: eerst, dan, daarna, vervolgens, ten slotte
Tijd: daarvoor, terwijl, alvast, later.

Slide 14 - Slide

Hak eerst de wortels in kleine stukjes. Voeg dan de uien toe.
Wat zijn in deze zin de signaalwoorden?

Slide 15 - Open question

Terwijl u het deeg laat rijzen, snijdt u alvast de uien in ringen. Later legt u die op de pizzabodem.
Deze signaalwoorden geven:

volgorde aan

tijd aan

Slide 16 - Quiz

Welke signaalwoorden zie je in de tekst?

Slide 17 - Slide

Welke signaalwoorden zie je in de tekst?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide