Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets van een zelfstandig naamwoord.
voorbeeld: De groene appel. "Groene" zegt iets over "de appel" en is dus een bijvoeglijk naamwoord.
Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort mogelijk!
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord schrijf je (bijna altijd) met -en- houten/gouden/zilveren --- maar: nylon