5V §2.1 De eerste contouren van het wereldsysteem

§2.1 De eerste contouren van het wereldsysteem
Lesdoelen:
1. Bespreken §1.6 opdr. 2, 3, 5
2. Bespreken §2.1
3. Maken vragen bij video (classroom)



1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§2.1 De eerste contouren van het wereldsysteem
Lesdoelen:
1. Bespreken §1.6 opdr. 2, 3, 5
2. Bespreken §2.1
3. Maken vragen bij video (classroom)



Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Dekolonisatie is het
A
gedeeltelijk accepteren van lokaal bestuur
B
overnemen van overzeese gebieden
C
onafhankelijk worden van het moederland
D
zelfstandig worden van voormalige koloniën

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat is een hegemoniale staat?
A
Een heel machtig land
B
Een land dat de wereld domineert op verschillende gebieden
C
Een heel groot land
D
Een land met veel kolonies en handel

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Neokolonialisme betekent dat een land in ...................... wordt overgenomen.
A
politiek opzicht
B
politiek en economisch
C
economisch opzicht
D
alle mogelijke opzichten

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat is ruilvoetverslechtering?
A
De waardering van de eindproducten om de grondstoffen te kunnen ruilen.
B
Het minder waard worden van de grondstoffen ten opzichte van de eindproducten.
C
Het verslechteren van de economie door het vergelijken van producten.
D
Het ruilen van grondstoffen tegen eindproducten.

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Global shift: https://www.youtube.com/watch?v=nCzSN0goq-o
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen:
1. Welke twee factoren leidden tot globalisering?
2. Wat wordt verstaan onder internationale arbeidsverdeling?
3. Op welke manier hebben de MNOs (multinationale ondernemingen) hier gebruik van gemaakt?
4. In de centrumlanden vond ‘de-industrialisatie’ plaats sinds de jaren 60. Waar gebeurde dit/
5. In vele semi-perifere landen zijn SEZ (Speciaal Economische Zones) gecreëerd. Wat zijn dit voor een zones?
6. Waarom hebben de SEZ’s geleid tot meer urbanisatie?
7. Wat zijn de BRICS?
8. Welke voordelen hebben deze zogeheten BRICS?
9. Aanvankelijk bestond de triade (drie gebieden die de economische macht in de wereld domineerden) uit Japan, Noord Amerika en West Europa. Waar bestond die ‘nieuwe’ triade uit? 
10. Wat wordt verstaan onder ‘Global Shift’?
11. Veel landen die met name grondstoffen produceren, hebben te maken met een scheve ruilvoet. Wat is dit?
12. Waarom zijn deze perifere landen uitermate kwetsbaar?
13. Sommige landen hebben het probleem van een tekort op de handelsbalans opgelost door middel van exportvalorisatie? Wat wordt hiermee bedoeld?


Slide 24 - Slide