What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 5: Werkwoord gustar
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
We starten in 5 minuten met de les.
Slide 2 - Slide
¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten:
les en absentie
B.
Doornemen:
Werkwoord gustar
C.
Oefenen:
Werkwoord gustar
E.
Alsuiting
Después de la clase...
Kan je het werkwoord ‘’gustar’’ herkennen in zinnen.
Kan je de juiste vormen van ‘’gustar’’ gebruiken afhankelijk van het onderwerp en hoeveelheid van wat leuk wordt gevonden.
Los deberes para la próxima clase:
1. Leren:
Fuente 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4pagina 39 & 40
2. Maken:
Opdracht 28d en 29a pagina 28
Lesprogramma
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
¿Cómo estás hoy?
Hoe gaat het vandaag?
Slide 5 - Poll
Slide 6 - Slide
Wat betekent het werkwoord ''gustar?
Slide 7 - Open question
Het werkwoord gustar/El verbo gustar
Gustar betekent: leuk vinden/ houden van/ lekker vinden/ bevallen.
Is opgebouwd uit twee delen:
Me
Te
Le
Nos
Os
Les
Gustar betekent: leuk vinden/ houden van/ lekker vinden/ bevallen.
Is opgebouwd uit twee delen:
+ gusta/ gustan
Me gusta.../ me gustan...
ik houd van/ vind leuk...
Te gusta.../ te gustan...
Jij houdt van/ vindt leuk...
le gusta.../ le gustan...
hij/zij/u houdt van/ vindt leuk...
nos gusta.../ nos gustan...
wij houden van/ vinden leuk...
Os gusta.../ os gustan...
jullie houden van/ vinden leuk...
Les gusta.../ les gustan
zij houden van/ vinden leuk...
Slide 8 - Slide
Het werkwoord gustar/El verbo gustar
Le
gusta
la falda.
Nos
gusta
la canción de Beyoncé.
Me
gusta
tocar la guitarra.
zelfst.nw in enkelvoud
hele werkwoord
Slide 9 - Slide
Het werkwoord gustar/El verbo gustar
Le gustan
la falda y la camiseta.
Nos
gustan
las canciones de Beyoncé
zelfst.nw in meervoud
Slide 10 - Slide
Me gusta.../ me gustan...
ik houd van/ vind leuk...
Te gusta.../ te gustan...
Jij houdt van/ vindt leuk...
le gusta.../ le gustan...
hij/zij/u houdt van/ vindt leuk...
nos gusta.../ nos gustan...
wij houden van/ vinden leuk...
Os gusta.../ os gustan...
jullie houden van/ vinden leuk...
Les gusta.../ les gustan
zij houden van/ vinden leuk...
Het werkwoord gustar/El verbo gustar
Slide 11 - Slide
Wanneer moet je "gusta" gebruiken en wanneer "gustan"?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Video
¡A practicar!
Maken: Opdracht 8 en 9 a pagina 13
Slide 14 - Slide
Me gusta o me gustan"?
Slide 15 - Open question
Me gusta o me gustan"?
Slide 16 - Open question
Me gusta o me gustan"?
Slide 17 - Open question
Me gusta o me gustan"?
Slide 18 - Open question
Me gusta o me gustan"?
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Vul het juiste vorm van het werkwoord gustar:
gusta of gustan.
Me______________ el libro de francés.
Me ______________ el té verde.
A los niños no les______________ tus pasteles.
Me______________ la música romántica.
Me______________ las películas de aventura.
A los niños les______________ los dulces.
¿A ti te______________ los libros?
A nosotros nos______________ los viajes largos.
A ellos les______________ montar en bici.
A ellos les______________ dormir mucho.
Slide 21 - Slide
Wat heb je van
deze les geleerd?
Slide 22 - Open question
Los deberes
Het huiswerk:
A. Leren:
Fuente 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 pagina 39 & 40
B. Maken:
Opdracht 28d en 29a
Slide 23 - Slide
Wat vond je van deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 24 - Poll
¡Adiós!
Slide 25 - Slide
Zet het w.w. tussen haakjes in bevestigende IMPERATIVO.
Chico: (estudiar) para el examen.
A
estudies
B
estudie
C
estudias
D
estudia
Slide 26 - Quiz
Señor: (escuchar) las instrucciones del guía de turista.
A
esuchad
B
escuche
C
escuchamos
D
escucha
Slide 27 - Quiz
Carlos: (tomar) vitamina C, es muy bueno para fotalecer el sistema de defensas.
A
toma
B
tomas
C
tomad
D
toméis
Slide 28 - Quiz
Por favor señora Pérez (pagar) en esta caja.
A
pague
B
pagas
C
paga
D
pagáis
Slide 29 - Quiz
El imperativo. Sleep de juiste vormen naar de juiste persoon.
TÚ
USTED
baja
vive
juega
escriba
gana
nade
descanse
escale
Slide 30 - Drag question
More lessons like this
A practicar con el verbo GUSTAR
February 2023
- Lesson with
14 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Gustar
May 2023
- Lesson with
31 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1,2
Les 6: Werkwoorden ''gustar, parecer & interesar''
October 2022
- Lesson with
38 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
6. Klinkerwisselingen e=i
October 2022
- Lesson with
28 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
5. En el restaurante, completet
September 2022
- Lesson with
28 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3. Gustar
March 2022
- Lesson with
35 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2. Creo que
December 2022
- Lesson with
34 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Unidad 4 En el restaurante - Parte 1
April 2024
- Lesson with
27 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1,2