This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
3vH HH H2
De verdeling van het inkomen
Slide 1 - Slide
Welke van de onderstaande is geen primair inkomen
A
salaris
B
huur
C
AOW uitkering
D
rente
Slide 2 - Quiz
Welke van de onderstaande zijn overdrachtsinkomen?
A
kinderbijslag
B
WAO uitkering
C
huurtoeslag
D
pacht
Slide 3 - Quiz
Als je rente krijgt op je spaarrekening is dat
A
primair inkomen
B
overdrachtsinkomen
Slide 4 - Quiz
Wat is een overdrachtsinkomen?
A
Dan word je door je baas betaald
B
Dan krijg je geld zonder er iets voor te hoeven doen
C
Dan verhuur je jullie vakantiehuis
D
Dan leen je geld van iemand
Slide 5 - Quiz
Moeder Jansen verdient € 2000,- per maand en krijgt €485,- kinderbijslag per kwartaal. Wat is haar totaalinkomen per maand?
A
€2121,25
B
€ 2161,67
C
€ 2485,-
D
€ 2181,67
Slide 6 - Quiz
primair inkomen van een land noemen we ook wel
A
BBP
B
BPB
C
PBB
D
BBB
Slide 7 - Quiz
Wat is het Het nationaal inkomen van een land is € 618 mld. Er zijn 8,3 mln mensen betrokken bij het maken van goederen en diensten. Wat is het gemiddelde primair inkomen van dit land?
A
€78.963,27
B
€ 82.561,84
C
€80.762,76
D
€ 74.457,83
Slide 8 - Quiz
welke is geen productiefactor
A
Arbeid
B
Gebouwen
C
Wegen
D
Zonlicht
Slide 9 - Quiz
filmpje hoe rijk zijn we
https://www.youtube.com/watch?v=BefrkNbmtCA
Slide 10 - Slide
Wat is een Lorenz curve
Slide 11 - Open question
Wat is een andere manier van welvaart meten?
A
HDI
B
VN
C
CBS
D
WNF
Slide 12 - Quiz
Hoe noemen we de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien?