Examentraining: kernzinnen en tekstdoelen/ tekstsoorten

Lesdoelen
Na deze les:
- Weet je wat een handig stappenplan is bij het lezen van examenteksten;
- Kun je kernzinnen herkennen in de tekst;
- Kun je het juiste tekstdoel bepalen van een tekst
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesdoelen
Na deze les:
- Weet je wat een handig stappenplan is bij het lezen van examenteksten;
- Kun je kernzinnen herkennen in de tekst;
- Kun je het juiste tekstdoel bepalen van een tekst

Slide 1 - Slide

Stappenplan
- Voor je ligt een examentekst.. en dan? Wat doe je als eerste?

Slide 2 - Slide

Aan te raden stappenplan
- Oriënteren: wat is dit?
- Lees de tekst een keer door, markeer direct de kernzinnen en onderstreep / omcirkel gelijk de signaalwoorden.

Slide 3 - Slide

Kernzinnen
- Wat zijn het?
- Waar staan ze vaak?
- Rest van de alinea?

Slide 4 - Slide

Kernzin vinden
Wat is het belangrijkste in de alinea?
Let op: niet altijd een kernzin (vaak in inleiding en slot niet)

Slide 5 - Slide

Kernzin alinea 2 bepalen
Lees alinea 2 en bepaal de kernzin: 1 - 2 minuten.
Dan bespreken.

Slide 6 - Slide

Verder oefenen
Bepaal voor elke alinea de kernzin. 20 minuten de tijd.
Eerder klaar? Open de opdrachten bij deze tekst en maak opdracht 12 en 15: https://www.examenblad.nl/document/voorbeeldexamen-nederlands-havo/2015/f=/voorbeeldexamen_havo.pdf

Slide 7 - Slide

Tekstdoelen
- Welke tekstdoelen zijn er? 
- Welke zal niet in examen zitten?
In opdrachten niet altijd precieze term, zelf ‘vertalen’ 


Slide 8 - Slide

Bespreken
- vertel wat je als kernzin hebt gekozen als je de beurt hebt. Licht ook kort toe hoe je daar op bent gekomen.

Slide 9 - Slide

Tekstdoelen: opdracht 19
 ‘op de hoogte stellen’ = informeren ‘lezer stimuleren gevoel van onveiligheid niet serieus te nemen’ = overtuigen: Het is niet zo serieus. 
Maak opdracht 19, ongeveer 5 min.


Slide 10 - Slide

Welk van de onderstaande zinnen omschrijft het beste het tekstdoel van de tekst 'De misdaadparadox'?
A
De lezer aan het denken te zetten over de beleving van veiligheid en de bevindingen uit onderzoek rondom het thema criminaliteit en veiligheid.
B
De lezer ervan te overtuigen dat het heersende onveiligheidsgevoel niet kan worden verklaard door de diverse cijfers over veiligheid en criminaliteit te vergelijken.
C
De lezer op de hoogte te stellen van de beleving van onveiligheid door burgers en de rol van jongeren bij geweldsdelicten en andere criminaliteit.
D
De lezer te stimuleren om het gevoel van onveiligheid niet al te serieus te nemen, gezien de verschillende elkaar tegensprekende onderzoeksgegevens.

Slide 11 - Quiz

Bespreken opdracht 19
- Wat had je en waarom?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Mind map