Present perfect tenses revision

Yes, this is in England! 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Yes, this is in England! 

Slide 1 - Slide

Ten eerste: 
- Er zijn maar twee present perfect tenses: de simple en de continuous. Ga in een oefening die hier over gaat, niet allerlei past tenses gebruiken! 


Slide 2 - Slide

Present perfect / present perfect continuous?

Slide 3 - Slide

Do these sentences mean the same?
"I've lived here for ten years."
"I've been living here for ten years"
A
Yes
B
No

Slide 4 - Quiz

Met for + tijdsduur of 
since + tijdstip
Zonder for + tijdsduur of
since + tijdstip
Present perfect simple

In het verleden begonnen, nog steeds waar of bezig. 
Ooit gebeurd, afgelopen, maar je weet niet wanneer. 
Present perfect continuous 
 
In het verleden begonnen, nog steeds waar of bezig. 
In het verleden begonnen, nog steeds waar of bezig. 

Slide 5 - Slide

Do these sentences mean the same?
"I've been writing a book."
"I've written a book"
A
Yes
B
No

Slide 6 - Quiz

Conclusies: 
- De present perfect continuous betekent ALTIJD dat iets in het verleden is begonnen en nu nog doorloopt. De duur ervan is van belang. 
- De present perfect simple betekent SOMS dat iets in het verleden is begonnen en nu nog doorloopt: bij for + tijdsduur en since + tijdstop. 
- In alle andere gevallen betekent de present perfect simple dat iets ooit een keer is gebeurd in het verleden, het is ook afgelopen, maar je hebt verder geen informatie. Het is belangrijk dat het gebeurd is, niet hoe lang het duurde. 

Slide 7 - Slide

Bevestigend
Ontkennend
Vragend 
Present perfect simple: 
onderwerp + have / has + derde rijtje
onderwerp + haven't / hasn't + derde rijtje
Have / has + onderwerp + derde rijtje 
Present perfect continuous: 
onderwerp + have / has + been + ing-vorm 
onderwerp + haven't / hasn't + been + ing-vorm 
Have / has + onderwerp + been + ing-vorm 

Slide 8 - Slide

Examples 
I've slept well                                                          (alleen deze nacht) 
I haven't been sleeping well                            (al een tijdje) 
Has he slept well?                                                (alleen deze nacht) 

I've been writing a book                                   (al een tijdje) 
I haven't written any books                             (eenmalig, feit) 
Has he written any books?                              (eenmalig, feit) 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link