De koning van Spanje tijdens de Tachtigjarige oorlog was:
A
Filips I
B
Filips II
C
Alva
D
Karel V
1 / 29
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
De koning van Spanje tijdens de Tachtigjarige oorlog was:
A
Filips I
B
Filips II
C
Alva
D
Karel V
Slide 1 - Quiz
Na de middeleeuwen kwamen er meer centraal geregeerde monarchieën.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
A
Luther
B
Calvijn
C
Erasmus
D
Da Vinci
Slide 3 - Quiz
De Tachtigjarige oorlog was van
A
1548 - 1628
B
1568 - 1648
C
1588 - 1668
D
1608-1688
Slide 4 - Quiz
Willem van Oranje was de landsadvocaat van de Republiek der Verenigde Nederlanden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Hoe heette de vergadering van de vertegenwoordigers van de zeven gewesten?
Slide 6 - Open question
Renaissance betekent letterlijk: (1 woord)
Slide 7 - Open question
Wat de mens presteerde, werd niet langer gezien als een gave van God, maar als iets wat uit hemzelf voortkwam
A
Antropocentrisme
B
Empirisme
C
Humanisme
D
Individualisme
Slide 8 - Quiz
In de Renaissance kwam er steeds meer aandacht voor taalkunde en geschiedschrijving.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Het hoogste ideaal in de Renaissance, een mens dat uitblonk op alle gebieden van de menselijke cultuur, noemde men ook wel de
Slide 10 - Open question
11: Beeldende kunst
Muziek: hoef je niet te kennen voor de toets
Slide 11 - Slide
Kunstenaar
Middeleeuwen: ambachtsman
Renaissance: geleerde
Slide 12 - Slide
Kunst in de Renaissance
3 kenmerken
Slide 13 - Slide
1: Realisme
Moet zo realistisch mogelijk zijn (perspectief, portretten)
Naaktheid kwam ook meer voor (2 redenen)
Slide 14 - Slide
2: Estheticisme
- Kunst moest mooi zijn - Toepassen van symmetrie
< > Middeleeuwen (kunst was functioneel)
Slide 15 - Slide
3: Classicisme
- Weergeven van taferelen uit de oudheid - Zuilen (bouwkunst)
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
§12: Literatuur en taal
Slide 18 - Slide
1: Classicisme
- Veel aandacht voor het Latijn; zowel in de wetenschap als in de eigen taal (zinsconstructies).
- Beoefening klassieke genres, zoals:
Epigram / puntdicht
Sonnet
> tegenbeweging: purisme (neologismen)
Slide 19 - Slide
1: Classicisme
Literatuur uit de oudheid was de maatstaaf voor de eigen literatuur. 3 stadia - translatio (vertalen) - imitatio (nadoen) - aemulatio (verbeteren) --> ontstaan nieuwe genres (2)
Slide 20 - Slide
Aforisme
Een gek die zwijgen kan, gaat door voor een verstandig man.
Constantijn Huygens
Voorbeeld aemulatio: nieuwe genre!
Slide 21 - Slide
Essay
Persoonlijke mening over een onderwerp (moralistisch).
Voorbeeld aemulatio: nieuwe genre!
Slide 22 - Slide
0
Slide 23 - Video
2: estheticisme
Uitte zich in de regelgeving
Veel aandacht voor vorm
Veel beoefend genre --> het sonnet
Slide 24 - Slide
Epigram / puntdicht
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
3: realisme
geloofwaardigheid van de personages.
Slide 27 - Slide
Taal
Hollandse dialect groeide uit tot de standaardtaal (±1700)