Minor A2_Unidad 7_laatste deel_les op locatie wordt online_week 6_les 1

Programa
Repaso:
-ir de excursión
-llamar por teléfono
Programa nuevo:
- Los pulmones de la    
  ciudad
- la Navidad
Hoy clase online
1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansHBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Programa
Repaso:
-ir de excursión
-llamar por teléfono
Programa nuevo:
- Los pulmones de la    
  ciudad
- la Navidad
Hoy clase online

Slide 1 - Slide

Gramatica&Comunicación 

Unidad 7
- Los posesivos tónicos
= beklemtoond bezittelijk vnw
- Los demostrativos 
= aanwijzend vnw

Slide 2 - Slide

No contesta
Un momento, por favor
¿De parte de quién?
¿Desea dejar un mensaje?
¿Me puede poner con el señor Ramos?
¿Puedo hablar con el señor Ramos?
Hij/zij neemt niet op/antwoordt niet
Een ogenblikje a.u.b.
Met wie spreek ik?
Wilt u een boodschap achterlaten?
Kan ik de heer Ramos spreken?
Kunt  mij doorverbinden met de heer Ramos?

Slide 3 - Drag question

Está comunicando
Perdone, me he equivocado de número.
El señor Ramos no está.
Por favor, dígale que he llamado.
¡Dígame!
ahora mismo le paso
Zeg hem/haar dat ik gebeld heb.
Sorry, ik heb het verkeerde nummer gedraaid.
Hij/zij is in gesprek.
Zegt u het maar!
De heer Ramos is niet aanwezig.
ik verbind u door

Slide 4 - Drag question

lee la primera llamada telefónica y completa la segunda
timer
6:00

Slide 5 - Slide

1. Lees over de excursie op de site (zie ook pdf in Teams/bestanden A2)
en maak dan een (eenvoudige) flyer:
Maak gebruik van bijvoeglijke naamwoorden
Gebruik 1 keer de  imperativo afirmativo en 
1x de negativo
Geef informatie over vertrek/openingstijden, 
duur,  telefoonnummer, website . 
    
Vraag elkaar vervolgens info en reserveer m.b.v. nr. 4 p.65 TB
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Los pulmones de la ciudad Nr.9 TB p. 68
lees de tekst en beantwoord onderstaande vragen:
¿Hay parques en tu ciudad? ¿Te gusta ir al parque?


 ¿



¿ Tiene éxito, el concepto de los huertos urbanos?
¿ El huerto de Elvira ya existe muchos años?
¿ Cuál era la función antes?
¿ Qué productos se cultivan en el huerto?
¿ Cuál es la ventaja para los niños?

Slide 7 - Slide

Nr. 11 TB pronombres posesivos - bezittelijk vnw
we kennen al de onbeklemtoonde vormen: 
mi/ mis
tu/tus
su/sus
nuestro/-a/-os/-as
vuestro/-a/-os/-as
su/sus
Deze worden bijvoeglijk gebruikt en staan vóór het zelfstandig nw en ze komen in getal en geslacht overeen met het bezit:

-tu padre es profesor
-no me gustan vuestras excusas

Slide 8 - Slide

Nr. 11a TB p. 69

- escucha y lee las conversaciones .
38
39
40
41
 - subraya las palabras que indican posesión
 ¿Recuerdas los pronombres posesivos?
mi/s, tu/s, su/s, nuestro/a/os/as, vuestro/a/os/as,su/s

Slide 9 - Slide

beklemtoonde vorm
de hiervoor genoemde beklemtoonde vormen kunnen bijvoeglijk gebruikt worden maar ook zelfstandig.
bijvoeglijk? dan direct achter het zelfstandig naamwoord en komen ze overeen (geslacht/getal) met het bezit:
una hermana mía        /  unos hermanos míos
Indien het bepaald lidwoord erbij staat, is dat om een al genoemd zelfstandig naamwoord niet te herhalen
Es mi libro; es mío

Slide 10 - Slide

De beklemtoonde bezittelijke voornaamwoorden TB pg. 69

Slide 11 - Slide

Nr. 11a De beklemtoonde bezittelijke voornaamwoorden
richten zich in geslacht en getal naar het zelfst.nw
enkelv. man.
vrouwelijk
meerv. man.
vrouwelijk
yo
el mío
la mía
los míos
las mías 
el tuyo
la tuya
los tuyos
las tuyas
él/ella/
usted
el suyo
la suya
los suyos
las suyas
nosotros/
nosotras
el nuestro
la nuestra
los nuestros
las nuestras
vosotros/
vosotras
el vuestro
la vuestra
los vuestros
las vuestras
ellos/-as
ustedes
el suyo
la suya
los suyos
las suyas

Slide 12 - Slide


Om een al genoemd zn niet te herhalen, wordt beklemtoonde
bezittelijk vnw gebruikt met het bepaald lidwoord
met ser en zonder lidwoord: geeft bezit aan (van wie is het?)
Nr. 11b TB p.69: Gebruik van beklemtoonde vorm

Slide 13 - Slide

met ser en zonder lidwoord: geeft bezitter aan (van wie is het?). 
-> hij/het is van mij
Om een al genoemd zelfst.nw niet te herhalen, wordt beklemtoonde
bezittelijk vnw gebruikt met het bepaald lidwoord 
-> die van mij/jou etc.
dit bezittelijk vnw kan ook achter een zelfst.nw: het betekent dan : enkele / een paar van  mijn broers
María es una amiga mía
unos hermanos míos
X¿Ese chico es tu hermano?
0 No, el mío está en la escuela....
x ¿De quién es este libro?
0 Es mío

Slide 14 - Slide

beklemtoond bezittelijk vnw  
 TB p. 69

Slide 15 - Slide

Nr. 11 c TB p. 69
Cambia 'nieto' por 'nieta' en el diálogo del
ejercicio 11a.
doe hetzelfde met:
perro -> perra
herschrijf de tekst

Slide 16 - Slide

¿Recuerdas?
Nr. 11d TB p. 68 De aanwijzende voornaamwoorden
Dichtbij de spreker (aquí)
Verder weg
( ahí)
Ver weg
(allí)
Este banco
Ese banco
Aquel banco
Esta fuente
Esa fuente
Aquella fuente
Estos árboles
Esos árboles
Aquellos árboles
Estas flores
Esas flores
Aquellas flores

Slide 17 - Slide

HET AANWIJZEND VNW 
hier
daar
daarginds
zelfstandig

Slide 18 - Slide

vervolg aanwijzend vnw
ejercicio 11d TB p. 69

zie ook TB p. 72 en 5.3 Tb p.116 
maak 11,12,13 WB p.70-71
zie volgende slide en vul de R&S in, WB
(samen controleren straks)

Slide 19 - Slide

Reglas y Sistemas
p.76 De aanwijzende voornaamwoorden: 


Dichtbij de spreker
Verder weg
Ver weg
Este banco
Ese banco
Aquel banco
Esta fuente
Esa fuente
Aquella fuente
Estos árboles
Esos árboles
Aquellos árboles
Estas flores
Esas flores
Aquellas flores

Slide 20 - Slide

Reglas y Sistemas
p.76 De beklemtoonde bezittelijk voornaamwoord
enkelv. man.
vrouwelijk
merv. man.
vrouwelijk
yo
el mío
la mía
los míos
las mías 
el tuyo
la tuya
los tuyos
las tuyas
él/ella/
usted
el suyo
la suya
los suyos
las suyas
nosotros/nosotras
el nuestro
la nuestra
los nuestros
las nuestras
vosotros/
vosotras
el vuestro
la vuestra
los vuestros
las vuestras
ellos/-as
ustedes
el suyo
la suya
los suyos
las suyas

Slide 21 - Slide

Vul het juiste beklemtoonde bezittelijke voornaamwoord in....
timer
5:00
antwoorden op volg. slide

Slide 22 - Slide

Vul het juiste beklemtoonde bezittelijke voornaamwoord in....
los suyos
el vuestro
la suya
el tuyo
las mías

Slide 23 - Slide

Een paar gaat uit elkaar en verdeelt zijn bezittingen in hun appartement. 
Vertaal naar het Spaans.
timer
7:00

Slide 24 - Slide

 Een paar gaat uit elkaar en verdeelt zijn bezittingen in hun appartement. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

1. En Nochevieja tomamos las doce ____________
2. Nosotros ponemos un _______________ muy grande.
3. son tres: Melchor, Gaspar y Baltasar.
4. _______________ viaja con sus renos.
5. Los Reyes Magos y Papá Noel reparten _____________
 a los niños buenos.
6. ¡Hay mucha nieve en la calle! ¡Vamos a hacer un ____________!
7. El roscón de reyes y el _________________
 son mis comidas favoritas de la Navidad.
8. Mi abuela compra muchos cupones de _____________
 Nunca gana nada, pero le gusta jugar.
9. Uf, aún no he hecho _______________ No sé qué puedo comprar.
10. Los niños cantan muchos ______________ en estas fechas.

Bestudeer de kerstflyer en maak de opdracht

Slide 28 - Slide

a practicar / deberes
Maak alle werkboekopdrachten en R&S af (unidad 7)

Werk zelf unidad 8 door, er komt nog een TT van 7 en 8
(online)
Unidad 8: o.a. oefenen leesvaardigheid (2,9) en oefenen met werkwoorden in verleden tijden (4)


Slide 29 - Slide