Oefenen voor de toets

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom bij wiskunde

• Telefoon in de telefoontas
• Kauwgom in de prullenbak 
• Jas in tas of in je kluis 
• Boek A, pen, potlood, geodriehoek en rekenmachine op tafel

Tijdens de les

• Vinger opsteken bij vraag/hulp en wachten op je beurt
  
• Je bent stil wanneer de docent praat
• Je roept niet door de klas heen
• Zelfstandig werken: eerst in stilte en alleen, daarna zachtjes praten
  

H3

• Lijn symmetrisch figuur herkennen, spiegelbeeld.
• Een symmetrieas tekenen, Mercedes heeft bv. 3 symmetrieassen in een lijn symmetrisch figuur.
• Een rechthoekige driehoek herkennen
• Een gelijkbenige driehoek herkennen
• Een gelijkzijdige driehoek herkennen
• Gestrekte hoek 
• Rekenen met hoeken
• Eigenschappen van een ruit, een vlieger  en een parallellogram
• Tekentjes kunnen plaatsen in een vlak figuur

Lijnsymmetrie

Bijzondere driehoeken

Samen 180 

Ruit en vlieger

Parallellogram

Parallellogram: 

Hoek A = Hoek C

Hoek B = Hoek D

Géén Symmetrie assen!

Opdracht

Basis maakt van Hoofdstuk 3 blz. 106 t/m 108 de opdr. E1 t/m E5. Daarna kijk je het na en laat je het zien.

Kader maakt van Hoofdstuk 3 blz. 116 t/m 118 de opdr. E1 t/m E5.

Daarna kijk je het na en laat je het zien. 

Parallellogram Kader.

Parallellogram: 

Hoek A = Hoek C

Hoek B = Hoek D

Géén Symmetrie assen!

Om de oppervlakte te berekenen teken je de bijbehorende hoogte. Gebruik hiervoor je geo driehoek.

Opp= Z x bbh= 5 x 3 = 15cm2

Oppervlakte driehoek

Hoogtelijn kun je bij iedere zijde van een driehoek tekenen.

de re.hoekige driehoek heeft er al 2. 

Gelijkzijdig kun je 3 intekenen

Gelijkbenig kun je er 1 intekenen

Oppervlakte = Z (l) x bbh : 2

Inlijsten

oppervlakte ruit en vlieger

Oppervlakte ruit en vlieger kun je inlijsten.

De oppervlakte van de ruit en de vlieger is de helft van de oppervlakte erom heen. 

Of bij de helft van een vlieger of ruit.

Zijde x bijbehorende hoogte : 2

Parallellogram

Dit heeft GEEN symmetrieassen

Zijden KN en LM evenwijdig

KL en MN ook evenwijdig

Welke hoeken zijn even groot?

Hoe is dit aangegeven in dit figuur?

Aan de slag

• Maak opgaven 24 t/m 30, blz 101-103
• Klaar? Laat het zien aan de docent en kijk na.

Wat doe je? 

• Je werkt 8 minuten in stilte en daarna werk je verder 
• Vragen? Lees de theorie door, omcirkel de belangrijke woorden en omcirkel de vraag
• Na 8 minuten loopt de docent een rondje. Dan kun je een vraag stellen. 

Parallellogram

• Lijnsymmetrisch figuur herkennen
• Een symmetrieas tekenen
• Een rechthoekige driehoek herkennen
• Een gelijkbenige driehoek herkennen
• Een gelijkzijdige driehoek herkennen
• Gestrekte hoek
• Rekenen met hoeken
• Eigenschappen van een ruit, een vlieger en een parallellogram
  
• Tekentjes kunnen plaatsen in een vlak figuur

Tijdens de les

• Vinger opsteken bij vraag/hulp en wachten op je beurt
  
• Je bent stil wanneer de docent praat
• Je roept niet door de klas heen
• Zelfstandig werken: eerst in stilte en alleen, daarna zachtjes praten