les 19-01 theme 3 herhaling alle onderdelen

1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

How are you doing today?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Today's plan

  • Practise vocabulary & grammar of theme 3
  • Answer further questions
Today's goal: After today's lesson you will have practised your knowledge of theme 3.

Slide 3 - Slide

Just like last time, you need to answer all of the questions.

Slide 4 - Slide

That guy is such a nerd.
He has hated to play sports since he was born.
Present Perfect
Present simple

Slide 5 - Drag question

Leg uit wat het verschil is tussen both & each, denk hierbij niet alleen aan de letterlijke vertaling maar ook op het gebruik.

Slide 6 - Open question

lavatory
A
trechter
B
spons
C
hoedenplank
D
wc

Slide 7 - Quiz

I have loved him all my life.
A
past simple
B
present simple
C
present perfect
D
past perfect

Slide 8 - Quiz

Batman left the building.
Batman has left the building.
Present Perfect
Past Simple

Slide 9 - Drag question


My sister hates my boyfriend.
A
past perfect
B
past simple
C
present simple
D
present perfect

Slide 10 - Quiz

He worked six hours last week.
A
past simple
B
present perfect
C
present simple

Slide 11 - Quiz

spoor ( alsin op het goede spoor zijn)
A
tain
B
trail
C
traim
D
tail

Slide 12 - Quiz

vertaal het volgende woord naar het Nederlands: statement

Slide 13 - Open question

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
never / ever / for / since
B
was / were / been
C
however / although / always
D
when / how / always

Slide 14 - Quiz

They have been married since 2010.
A
past simple
B
present perfect
C
past perfect
D
past continuous

Slide 15 - Quiz

offence
A
hekje
B
vergrijp
C
overtreding
D
misdrijf

Slide 16 - Quiz

Maak present perfect:
Peter ......... committed a crime.
A
have
B
has
C
do
D
does

Slide 17 - Quiz

vertaal: Ik speel al jaren piano.

Slide 18 - Open question

hulpdiensten
A
help efforts
B
emegency services
C
emergency services
D
emergency-services

Slide 19 - Quiz

Zij heeft op elke arm een tattoo.

Slide 20 - Open question

voortvluchtige
A
fugutive
B
thug
C
fugitive
D
og

Slide 21 - Quiz

getuige zijn van
A
to see
B
best man
C
to witness
D
to getoog

Slide 22 - Quiz

bij welke tijd hoort het signaalwoord:
since
A
present simple
B
past simple
C
present continuous
D
present perfect

Slide 23 - Quiz

vertaal het volgende woord naar het Engels: op heterdaad

Slide 24 - Open question

Present perfect:
I ...... (read)
A
I read
B
I have read
C
I have readed
D
I has readed

Slide 25 - Quiz

fortnight
A
twee weken
B
overnachting in een fort
C
spel
D
nachtelijke inbraak

Slide 26 - Quiz

vertaal het volgende woord naar het Engels: winkeldief

Slide 27 - Open question

Vertaal: De dief heeft donker haar en droeg een masker.

Slide 28 - Open question

Als ik nu een toets zou moeten maken over theme 3 dan haal ik:
een zware onvoldoende
een onvoldoende
een voldoende
een ruime voldoende
een tien

Slide 29 - Poll

What have you learned today?

Slide 30 - Open question