Team Sprint español - Compañeros 1 Unidad 2.2

1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

LA CLASE DE HOY
* Welke woorden heb je vorige week geleerd?
* Getallen / vocabulaire 
* welke woorden heb je vandaag geleerd?

Slide 2 - Slide

Welke woorden heb je vorige week geleerd?

Slide 3 - Mind map

Video: Los números de 1 al 100 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Sleep het nummer naar het getal in het Spaanse.
setenta
noventa
veinte
cuarenta
diez
cincuenta
sesenta
70
90
20
40
10
50
60

Slide 6 - Drag question

Wat betekent: "treinta mesas"
A
Dertig tafels.
B
Twintig tafels
C
Veertig tafels
D
Negentig tafels

Slide 7 - Quiz

Wat betekent: "cien niños"
A
Veertig kinderen
B
Zestig kinderen
C
Honderd kinderen
D
negentig kinderen

Slide 8 - Quiz

Wat betekent: "ochenta alumnos"
A
Dertig leerlingen
B
Zestig leerlingen
C
Negentig leerlingen
D
Tachtig leerlingen

Slide 9 - Quiz

Wat betekent: "cuarenta libros"
A
Veertig boeken
B
Twintig boeken
C
Zestig boeken
D
Negentig boeken

Slide 10 - Quiz

Hoe zeg je in het Spaans: 70

Slide 11 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans: 40

Slide 12 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans: 50

Slide 13 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans: 20

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Sleep het nummer naar het getal in het Spaanse.
noventa y ocho
treinta y cuatro
ochenta y ocho
sesenta y siete
treinta y nueve
cincuenta y cuatro
cuarenta y nueve
98
34
88
67
39
54
49

Slide 16 - Drag question

Wat betekent: "treinta y tres gatos"
A
Drieënveertig katten
B
Drieënnegentig katten
C
Drieëndertig katten
D
Drieënzeventig leerlingen

Slide 17 - Quiz

Wat betekent: "cuarenta y nueve libros"
A
vierennegentig boeken
B
Negenendertig boeken
C
Drieënnegentig boeken
D
Negenenveertig boeken

Slide 18 - Quiz

Wat betekent: "Ochenta y ocho sillas"
A
Achtendertig stoelen
B
Achtentachtig stoelen
C
Achtenzestig stoelen
D
Zevenentachtig stoelen

Slide 19 - Quiz

Hoe zeg je in het Spaans: 73 boeken

Slide 20 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans: 86 katten

Slide 21 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans: 93 pennen

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Hoe heet dit voorwerp?

Slide 24 - Open question

Hoe heet dit voorwerp?

Slide 25 - Open question

Hoe heet dit voorwerp?

Slide 26 - Open question

Hoe heet dit voorwerp?

Slide 27 - Open question

Hoe heet dit voorwerp?

Slide 28 - Open question

Hoe heet dit voorwerp?

Slide 29 - Open question

Muchas gracias
Y hasta la próxima vez 

Slide 30 - Slide

Welke woorden heb je vandaag geleerd?

Slide 31 - Mind map