This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Inleiding
In je werk handel je ethisch en integer. Je doet je werk goed en houdt rekening met de verwachtingen en behoeften van de cliënt. Dagelijks moet je verschillende keuzes maken. Sommige zijn snel genomen, andere kosten wat meer tijd.
Slide 2 - Slide
Ethiek
Slide 3 - Mind map
Ethiek
''Nadenken over wat goed en fout handelen is''
Ethiek is onderdeel van filosoferen. Grondlegger: Socrates, Athene (469 v.Chr.)
Slide 4 - Slide
Geweten
De normen, de regels die je van huis uit hebt geleerd, heb je je eigen gemaakt. Tijdens de opvoeding worden de regels ingeprent in het bewustzijn van het kind. Er vormt zich een geweten. Geweten is iets in ons dat zegt wat goed of slecht is. Een soort moreel besef.
Slide 5 - Slide
Geweten 2
Een belangrijk onderdeel van het geweten bestaat in geboden en verboden, zoals niet liegen, niet discrimineren, je plicht doen, naar je ouders luisteren, enzovoort.
Slide 6 - Slide
Als professional lever je goede zorg, maar dit is meer dan alleen maar technisch de juiste handelingen uitvoeren. Het gaat over mensen, mensen met eigen waarden, normen, behoeften en verwachtingen.
Slide 7 - Slide
Moreel dilemma
Elke dag kom je wel in aanraking met grote of kleine voorvallen waarbij je voor jezelf moeten bepalen wat goed is, minder goed of helemaal niet goed.
Een moreel dilemma;
Mag je liegen om iemands leven te redden?
Mag je om iemand te helpen een belofte of contract breken?
Een moreel dilemma is een keuzeprobleem, waarbij twee (ethische) waarden tegen elkaar worden afgewogen.
Slide 8 - Slide
Verschil ethiek en moreel
Je ethisch gedragen” betekent dus dat je nadenkt over hoe je moet handelen.
“Je moreel gedragen” betekent dat je handelt volgens je eigen moraal. Handelen volgens je eigen moraal is iets dat je eigenlijk zonder nadenken moet kunnen. Het wordt pas spannend als je aan ethiek gaat doen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat zou jij doen?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Ethische kwesties
Gelukkig hoef je je in het dagelijks werk niet steeds af te vragen welke handeling goed is en welke fout.
geldende wetgeving
een beroepscode
de beroepsethiek
protocollen en richtlijnen
aanvullende voorwaarden in een arbeidsovereenkomst.
Slide 13 - Slide
Moreel beraad
Slide 14 - Slide
Fase 1: de situatie en het dilemma
• Wat is precies de situatie?
• Wat is het ethisch dilemma, waarom en voor wie?
Slide 15 - Slide
Fase 2: de analyse
• Wat zijn jouw handelingsmogelijkheden en wat zijn daar de voor- en nadelen van?
• Welke waarden en normen spelen een rol in dit dilemma? Voor jou en voor betrokkenen?
• Welke belangen spelen een rol in dit dilemma? Voor jou en voor betrokkenen?
• Staat er iets in de beroepscode over dit onderwerp?
Slide 16 - Slide
Fase 3: de besluitvorming
• Rangschik de verschillende keuzes. Welke keuze maak je eerst, welke daarna en welke daarna?
• Naar welke beslissing neig je en waarom?
• Als het mijzelf betrof, zou ik de oplossing dan kunnen accepteren?
• Zou je andere cliënten op dezelfde wijze behandelen?
• Wat is je besluit? Verantwoord je besluit en je handelen tegenover de cliënt.
Slide 17 - Slide
Fase 4: de uitvoering van het besluit en de evaluatie van de uitwerking
Slide 18 - Slide
Moreel beraad voeren
Opdracht 12/13
Slide 19 - Slide
Casus
Geef een korte situatie beschrijving waarin ethiek voorkwam.