Rekenen 29 november

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 8

Deelsommen 

Een deelsom waarbij het antwoord tot 10 loopt, is vaak het omgekeerde van de tafel

Deelsommen 

Een deelsom waarbij het antwoord tot 10 loopt, is vaak het omgekeerde van de tafel.

Voorbeeld: 3 x 6 = 18

18 : 3 = 6

Deelsommen 

Een deelsom waarbij het antwoord tot 10 loopt, is vaak het omgekeerde van de tafel.

Voorbeeld: 3 x 6 = 18

18 : 3 = 6

Deelsommen 

Een deelsom waarbij het antwoord tot 10 loopt, is vaak het omgekeerde van de tafel.

Voorbeeld: 3 x 6 = 18

18 : 3 = 6

Deelsommen 

Een deelsom waarbij het antwoord tot 10 loopt, is vaak het omgekeerde van de tafel.

Voorbeeld: 3 x 6 = 18

18 : 3 = 6

Zo snel mogelijk!

Heb jij het kaartje met het antwoord van de deelsom erop?

Leg hem zo snel mogelijk bij een ander op tafel! 

Halli Galli met deelsommen

- Maak tweetallen.

- Draai om de beurt een kaart om. Hier staat een deelsom op. Degene die als eerst het antwoord roept, krijgt de kaartjes op zijn of haar stapel.

- Verzamel zo veel mogelijk kaartjes binnen de tijd!

Estafette met deelsommen

- Maak twee teams van drie leerlingen.

- Om de beurt ren je naar het hek en kies je een van de deelsommen uit. Onthoud het antwoord en ren zo snel mogelijk terug. Schrijf dan je antwoord op je werkblad.

- De volgende leerling gaat rennen en doet hetzelfde

- Verzamel zo veel mogelijk verschillende antwoorden binnen de tijd.

Rond de tafel met deelsommen

- Kies steeds een deelsom uit onderstaande rij. De andere leerlingen moeten het aantal keer overspelen als het antwoord is.

- Doe dit zonder overleg!

- Het gaat om het juiste antwoord, niet om wie er overblijven. Sla dus rustig 😉

Groepjes

Groepje 1

1.Maximiliaan

2.Sjoerd 

3.Pien

4.Sophie

5.Bodile

6.Klio

7.Sofie

8.Noor

     

  

Groepje 2

1.Arthur

2.Cuan 

3.Marit

4.Amelie

5.James    

6.Lucas C.  

7.Valerie

8.Isa

Groepje 3

1.Babette

2.Sophia

3.Saar

4.Jasmijn

5.Paulina  

6.Lucas L.

7.Thijmen