Uitscheiding stomazorg

1 / 48
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat weten jullie al?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Waar moet als verzorgende op letten bij de stomazorg?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Waarom krijgen zorgvragers een stoma?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Enkelloops stoma

Slide 15 - Slide

Dubbelloopsstoma

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Bij welke stoma heb je vastere ontlasting?
A
Urostoma
B
Colostoma
C
Ileostoma
D
Tracheastoma

Slide 19 - Quiz

Bij welke stoma gebruik je dit stomazakje? Zie afbeelding.
A
Colostoma
B
Urostoma
C
Ileostoma
D
Tracheastoma

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Stomazorg, welke materialen gebruik je?

Slide 22 - Mind map

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide

Welke problemen kunnen optreden bij een stoma?

Slide 29 - Mind map

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Urostoma
Op het werk tegengekomen?
Wanneer is een urostoma nodig?



Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Brickerstoma
- Urineleiders worden op een stukje darm vastgehecht
- Stukje darm is los van de rest van de darm
- Meestal rechts


Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Continent urostoma
- Ook reservoir stukje darm
- 2 kleppen 
- Wordt geleegd met katheter
- Meestal net onder de navel
- Wordt afgedekt

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

Slide 46 - Slide

Welke stoma mag geirrigeerd worden?
A
Ileostoma
B
Colostoma

Slide 47 - Quiz

Slide 48 - Slide