H7: 7.5 theorie G / Van oppervlakte naar vergrotingsfactor - 3M

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
●  Lesdoel bespreken
●  Terugblik: H2, vk7 t/m 7.5F
●  Uitleg: 7.5G
●  Vraagmoment
bij
We gaan zo starten.
Pak je wiskundespullen.
1 / 43
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
●  Lesdoel bespreken
●  Terugblik: H2, vk7 t/m 7.5F
●  Uitleg: 7.5G
●  Vraagmoment
bij
We gaan zo starten.
Pak je wiskundespullen.

Slide 1 - Slide

Lesdoel


Je kent de formule om de vergrotingsfactor
 uit te rekenen bij een vergrootte of
 verkleinde oppervlakte.
H7: Oppervlakte en inhoud
VK 2D en 3D
1. Eenheden omrekenen
2. Oppervlakte en omtrek
3. Oppervlakte ruimtefiguren
4. Inhoud
5. Oppervlakte en vergroten
6. Inhoud en vergroten

H8: Getallen
VK Machten
1. Grote getallen
2. Wetenschappelijke notatie
3. Eenheden van tijd
4. Eenheden van snelheid
5. Verhoudingen
H2: Meetkunde
VK Rekenen en Pythagoras
4. Aanzichten

Slide 2 - Slide

Welk aanzicht zie je?
A
Linkerzijaanzicht
B
Rechterzijaanzicht
C
Vooraanzicht
D
Bovenaanzicht

Slide 3 - Quiz

Als je meedoet aan de Ommetjes-app dan wordt je snelheid gemeten in
A
kilometers
B
liters
C
grammen
D
km/uur

Slide 4 - Quiz

7.150 m = ... km
A
0,715
B
7,15
C
71,5
D
715

Slide 5 - Quiz


8,5cm2=...dm2
A
850
B
0,085
C
85 000
D
850 000

Slide 6 - Quiz

Vul aan:
Omtrek cirkel =
A
zijde  bijbehorende hoogte
B
π  diameter
C
0,5  zijde  bijb. hoogte
D
π  straal2

Slide 7 - Quiz

Wat is de oppervlakte van een cirkel met diameter 4 cm?

Slide 8 - Open question

Je wilt de opp. van dit figuur berekenen.
Uit welke grensvlakken bestaat dit figuur? Geef ook de vorm aan.

Slide 9 - Open question

Vul aan:
Inhoud prisma =
A
0,5  z  bh  hoogte
B
31  0,5  z  bh  hoogte
C
z  bh  hoogte
D
31  π  straal2  hoogte

Slide 10 - Quiz

Een lijn is 7 cm en wordt vergroot met een vergrotingsfactor 5.
Hoe lang wordt de lijn?
A
1,4 cm
B
175 cm
C
35 cm

Slide 11 - Quiz

Een lijn is 7 cm en wordt vergroot met een vergrotingsfactor 0,5.
Hoe lang wordt de lijn?
A
14 cm
B
1,75 cm
C
3,5 cm

Slide 12 - Quiz

Als de vergrotingsfactor groter is dan 1, dan zal het beeld groter/kleiner zijn dan het origineel?
A
groter
B
kleiner

Slide 13 - Quiz

Als de vergrotingsfactor tussen 0 en 1 is, dan zal het beeld groter/kleiner zijn dan het origineel?
A
groter
B
kleiner

Slide 14 - Quiz

Wat gebeurd er als de vergrotingsfactor precies 1 is?

Slide 15 - Open question


Slide 16 - Open question

7.5: Oppervlakte naar vf

We bekijken een filmpje, waarna we de volgende opgave gaat oplossen:

             Van een vierkant is de oppervlakte 9 cm2

             Van een tweede vierkant is de oppervlakte 36 cm2.

             a. Hoe vaak kan de eerste vierkant in de tweede?

             b. Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

7.5: Oppervlakte naar vf

Van een vierkant is de oppervlakte 9 cm2

Van een tweede vierkant is de oppervlakte 36 cm2.

     a. Hoe vaak kan de eerste vierkant in de tweede?

  • 36 : 9 = 4, dus de eerste kan 4 keer in de tweede.

     b. Wat is de vergrotingsfactor?

  • De maten van de eerste 3 x 3. De maten van de tweede 6 x 6.
  • De lente en breedte zijn beide 2x zo groot, dus vf = 2.

Slide 19 - Slide

7.5: Van oppervlakte naar vf

Als de oppervlakte 4 keer zo groot is, dan is de vf 2. (opgave)

Als de oppervlakte 9 keer zo groot is, dan is de vf 3. (filmpje)

  • Hoe kom ik vanuit die 4 op de 2 én van de 9 op de 3? 

Slide 20 - Slide

7.5: Van oppervlakte naar vf

Als de oppervlakte 4 keer zo groot is, dan is de vf 2. (opgave)

Als de oppervlakte 9 keer zo groot is, dan is de vf 3. (filmpje)

  • Hoe kom ik vanuit die 4 op de 2 én van de 9 op de 3?  
4=2 en 9=3

Slide 21 - Slide

7.5: Van oppervlakte naar vf

Als de oppervlakte 4 keer zo groot is, dan is de vf 2. (opgave)

Als de oppervlakte 9 keer zo groot is, dan is de vf 3. (filmpje)

  • Hoe kom ik vanuit die 4 op de 2 én van de 9 op de 3? 
  • Dus als de oppervlakte X  keer groter is, dan is de vf 
X
4=2 en 9=3

Slide 22 - Slide

7.5: Van oppervlakte naar vf

Als de oppervlakte 4 keer zo groot is, dan is de vf 2. (opgave)

Als de oppervlakte 9 keer zo groot is, dan is de vf 3. (filmpje)

  • Hoe kom ik vanuit die 4 op de 2 én van de 9 op de 3? 
  • Dus als de oppervlakte X  keer groter is, dan is de vf 
  • Even terug naar de opgave:
    De 4 keer zo groot kwam door 36 : 9 
X
4=2 en 9=3

Slide 23 - Slide

7.5: Van oppervlakte naar vf

Als de oppervlakte 4 keer zo groot is, dan is de vf 2. (opgave)

Als de oppervlakte 9 keer zo groot is, dan is de vf 3. (filmpje)

  • Hoe kom ik vanuit die 4 op de 2 én van de 9 op de 3? 
  • Dus als de oppervlakte X  keer groter is, dan is de vf 
  • Even terug naar de opgave:
    De 4 keer zo groot kwam door 36 : 9 = opp. beeld : opp. origineel 
X
4=2 en 9=3

Slide 24 - Slide

7.5: Van oppervlakte naar vf

Als de oppervlakte 4 keer zo groot is, dan is de vf 2. (opgave)

Als de oppervlakte 9 keer zo groot is, dan is de vf 3. (filmpje)

  • Hoe kom ik vanuit die 4 op de 2 én van de 9 op de 3? 
  • Dus als de oppervlakte X  keer groter is, dan is de vf 
  • Even terug naar de opgave:
    De 4 keer zo groot kwam door 36 : 9 = opp. beeld : opp. origineel
  • Formule om de vergrotingsfactor te bereken:

vf=opp. beeld:opp. origineel
X
4=2 en 9=3

Slide 25 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de originele foto.
Rond af op gehele cm.

Slide 26 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de originele foto.
Rond af op gehele cm.
Opp. origineel =   l  x b
                            








                       


Slide 27 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de originele foto.
Rond af op gehele cm.
Opp. origineel =   l  x b
                            = 10 x 15 








                       


Slide 28 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de originele foto.
Rond af op gehele cm.
Opp. origineel =   l  x b
                            = 10 x 15 = 150 cm2








                       


Slide 29 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de originele foto.
Rond af op gehele cm.
Opp. origineel =   l  x b
                            = 10 x 15 = 150 cm2
8,8 m








                       


Slide 30 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de originele foto.
Rond af op gehele cm.
Opp. origineel =   l  x b
                            = 10 x 15 = 150 cm2
8,8 m= 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2








                       


Slide 31 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de originele foto.
Rond af op gehele cm.
Opp. origineel =   l  x b
                            = 10 x 15 = 150 cm2
8,8 m= 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2








                       


vf=opp. beeld:opp. origineel

Slide 32 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de originele foto.
Rond af op gehele cm.
Opp. origineel =   l  x b
                            = 10 x 15 = 150 cm2
8,8 m= 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2








                       


vf=opp. beeld:opp. origineel
=     88000   :      150            

Slide 33 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de originele foto.
Rond af op gehele cm.
Opp. origineel =   l  x b
                            = 10 x 15 = 150 cm2
8,8 m= 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2








                       


vf=opp. beeld:opp. origineel
=     88000   :      150            
=24,221...

Slide 34 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de originele foto.
Rond af op gehele cm.
Opp. origineel =   l  x b
                            = 10 x 15 = 150 cm2
8,8 m= 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2




maat beeld      =       vf     x maat origineel



                       


vf=opp. beeld:opp. origineel
=     88000   :      150            
=24,221...

Slide 35 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de originele foto.
Rond af op gehele cm.
Opp. origineel =   l  x b
                            = 10 x 15 = 150 cm2
8,8 m= 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2




maat beeld      =       vf     x maat origineel
lengte beeld    = 24,221... x  15   = 363,318...


                       


vf=opp. beeld:opp. origineel
=     88000   :      150            
=24,221...

Slide 36 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergroting.
Rond af op gehele cm.
Opp. origineel =   l  x b
                            = 10 x 15 = 150 cm2
8,8 m= 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2




maat beeld      =       vf     x maat origineel
lengte beeld    = 24,221... x  15   = 363,318...
breedte beeld = 24, 221... x 10 = 242,212...

                       


vf=opp. beeld:opp. origineel
=     88000   :      150            
=24,221...

Slide 37 - Slide

Voorbeeld opgave
Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.
De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergroting.
Rond af op gehele cm.
Opp. origineel =   l  x b
                            = 10 x 15 = 150 cm2
8,8 m= 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2




maat beeld      =       vf     x maat origineel
lengte beeld    = 24,221... x  15   = 363,318...
breedte beeld = 24, 221... x 10 = 242,212...
Dus ongeveer 242 bij 363 cm.
                       


vf=opp. beeld:opp. origineel
=     88000   :      150            
=24,221...

Slide 38 - Slide

Online huiswerk inleveren

Weektaak

Foto's of filmpje uploaden

Opdracht via teams




Week 6

Inleveren vrijdag 19/02/21

Uiterlijk maandag 01/03/21

Slide 39 - Slide

Huiswerk week 7

Maken van H7:

Paragraaf 7.5 theorie G volgens van jouw leerroute

Paragraaf 7.6 theorie H volgens van jouw leerroute

Paragraaf 7.6 theorie I volgens van jouw leerroute


Nakijken en verbeteren:

Huiswerk van H2 en H7 tot nu toe.



Zf
Zf
Testopgaven: 
G -> blz. 85
H -> blz. 89
I -> blz. 92

Extra uitleg

Slide 40 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 41 - Mind map

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video