FPZ Hart les 5 QUIZ

 QUIZ
FPZ Hart les 5
1 / 27
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

 QUIZ
FPZ Hart les 5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Door welke aderen krijgt het art zelf zuurstof?
A
slagaderen
B
aorta
C
kransslagaderen
D
longaderen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Welke onderdelen in ons lichaam zijn extra gevoelig voor zuurstof tekort? (2 antwoorden)
A
hersenen
B
benen
C
lever
D
spieren

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van hartkleppen?
A
pompen
B
samentrekken
C
ontspannen
D
1 richtingsverkeer

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Zuurstofarm bloed stroomt door
A
longslagaders
B
nierslagader
C
aorta
D
beenader

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
liefde

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waarvoor worden statinen gebruikt?
A
Om de spiertjes in de vaatwand samen te laten trekken.
B
Om de spiertjes in de vaatwand te laten ontspannen.
C
Om de hoeveelheid LDL te verlagen.
D
Om de hoeveelheid HDL te verlagen.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een kenmerk van statines?
A
Kan met grapefruitsap samen
B
Is de hele dag effectief
C
Bijwerking spierpijn
D
Geeft weinig interacties

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is waar over statines?
A
Hoofdpijn kan wijzen op een ernstige bijwerking
B
Je mag hierbij alles eten en drinken
C
Geef simvastatine en pravastatine 's avonds
D
Verlagen de bloeddruk

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hartfalen: wat is geen veelvoorkomend symptoom van hartfalen?
A
vermoeidheid
B
kortademigheid
C
halfzijdige verlamming
D
vocht vasthouden

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is hartfalen?
A
Een aandoening waarbij het hart te snel klopt
B
Een aandoening waarbij het hart te langzaam klopt
C
Een aandoening waarbij het hart niet voldoende bloed kan rondpompen
D
Een aandoening waarbij het hart regelmatig overslaat

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Het gevolg van hartfalen heeft verschillende oorzaken.
A
Te hoge bloedruk
B
Hartritmestoornissen
C
Hartinfarct
D
Hartklepgebrek

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is hypertensie
A
hoog cholesterol
B
hoge bloeddruk
C
overgewicht
D
ader verkalking

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan roken bijdragen aan het risico op een beroerte?
A
Verbetert de longfunctie
B
Veroorzaakt aderverkalking
C
Verlaagt de bloeddruk
D
Verhoogt het goede cholesterol

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is angina pectoris?
A
Een ander woord voor een hartinfarct
B
Een ander woord voor benauwdheid
C
Een ander woord voor pijn op de borst
D
Een ander woord voor verhoogd cholestorol

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

EnalaPRIL, PerindoPRIL, LisinoPRIL
horen onder medicijngroep..?
A
Calciumantagonisten
B
ACE remmers
C
Betablokkers
D
AT II antagonisten

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een bijwerking van een ACE-remmer
A
veel plassen
B
prikkelhoest
C
aankomen
D
vermoeidheid

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk medicijn is de eerste keus bij zwangerschapshypertensie
A
Furosemide
B
Methyldopa
C
Valsartan
D
Diazepam

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Ace-remmers werken met name in op:
A
de bloedvaten
B
de nieren
C
het hart
D
het sympatisch zenuwstelsel

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat houdt atriumfibrilleren in?
A
Te snelle hartslag
B
Niet goed functioneren van de atriums
C
Te trage hartslag
D
Niet goed functioneren van de boezems

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de oorzaak van atriumfibrilleren?
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk
C
Normale werking van de sinusknoop
D
bacteriele infecties

Slide 21 - Quiz

Oorzaken
Oorzaken en risicofactoren zijn:
Familiegeschiedenis
Abnormale structuur van het hart of aantasting van het hart die bij de geboorte al aanwezig is of in de loop van het leven ontstaat
Afwijkende werking van de natuurlijke pacemaker van het hart, de sinusknoop
Hoge bloeddruk
Hartaanvallen
Coronaire hartziekte of ziekte van de bloedvaten van het hart
Abnormale hartkleppen
Stofwisselingsstoornissen zoals overactieve schildklier (hyperthyreoïdie), suikerziekte (diabetes)
Blootstelling aan stimulerende middelen waaronder bepaalde geneesmiddelen en tabak
Eerder doorgemaakte hartoperatie
Stress
Slaapapneu of slaapstoornissen
Longziekten en nierziekten
Virale infecties
Obesitas
Alcoholgebruik
De meest gebruikte bètablokkers zijn:
A
Perindopril, lisinopril en ramipril
B
Metoprolol, propranolol, sotalol
C
Valsartan, losartan, irbesartan

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn bekende bijwerkingen van nitroglycerine?
A
Hartkloppingen en benauwdheid
B
Obstipatie en duizeligheid
C
Blauwe plekken en huidreacties
D
Hoofdpijn en orthostatische hypotensie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke aandoening wordt nitroglycerine spray (nitrolingual) gebruikt?
A
Herseninfarct
B
Angina pectoris
C
Hartritmestoornis
D
hartfalen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de werking van nitroglycerine?
A
De instroom van calciumionen in het hart wordt beperkt, waardoor de samentrekkingen minder krachtig verlopen
B
De instroom van calcium in de hartspiercellen neemt toe, waardoor de contractiekracht van het hart toeneemt
C
Door binding op de beta-receptoren neemt onder andere de hartfrequentie af en wordt de zuurstofbehoefte van de hartspier beperkt
D
Het ontspant de gladde spiercellen in de bloedvaten, waardoor de (slag)aders verwijden

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de oorzaak van angina pectoris?
A
De kransslagader is afgesloten ten gevolge van atherosclerose
B
De kransslagader is vernauwd ten gevolge van atherosclerose
C
De kransader is afgesloten ten gevolge van atherosclerose
D
De kransader is vernauwd ten gevolge van atherosclerose

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan er aan de hand zijn als met Nitroglycerine spray s.l. klachten van pijn op de borst niet minder worden?
A
Gewenning treedt op
B
Hartfalen
C
Hartinfarct
D
Overdosering

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions