H1.1 Canada - Les 3: Canada: een groot en leeg land

CANADA



H1.1: Canada: Een groot en leeg land


zlb@st-maartenscollege.nl
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

CANADA



H1.1: Canada: Een groot en leeg land


zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling van belangrijke punten van de vorige les
  • Verder met H1.1: Canada een groot en leeg land

Slide 2 - Slide

Lesdoelen van vorige les
  1. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een overzichtskaart en een thematische kaart.
  2. Je kunt de bevolkingsdichtheid van een land berekenen.
  3. Je kunt 2 verschillen tussen Canada en Nederland benoemen.
  4. Je kunt 2 overeenkomsten tussen Canada en Nederland benoemen.

Slide 3 - Slide

Overzichtskaart
Kaart met een overzicht van de topografie in een bepaald gebied: steden, rivieren, bergen, wegen en spoortlijnen.

Slide 4 - Slide

Thematische kaart

Kaart die over één onderwerp gaat. Bijvoorbeeld het klimaat of de bevolkingsdichtheid.

Slide 5 - Slide


A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 6 - Quiz


A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 7 - Quiz


A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 8 - Quiz


A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 9 - Quiz


A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 10 - Quiz

Tweede lesdoel
Je kunt de bevolkingsdichtheid van een land berekenen.

Slide 11 - Slide

Opdracht 2


Pak opdracht 2 van paragraaf 1 voor je.

Slide 12 - Slide

Lesdoelen van vandaag
  1. Je kunt de bevolkingsspreiding in een land beschrijven met woorden als noorden, zuidwesten, oosten, enz. 
  2. Je kunt 4 dingen benoemen die je nodig hebt om een kaart te kunnen lezen.
  3. Je kunt de afstand op een kaart berekenen met behulp van de schaal. Je houdt rekening met een juiste berekening, afronding en KM achter je antwoord.

Slide 13 - Slide

Je kunt de bevolkingsspreiding in een land beschrijven met woorden als noorden, zuidwesten, oosten, enz. 

Slide 14 - Slide

Kaartlezen

Slide 15 - Slide

Kaartvaardigheden
  • Lees "kaartvaardigheden" op pagina 9 in je tekstboek.
  • Gebruik ook de Finish op pagina 20 en 21.

Beantwoord de volgende vragen in je schrift:
  • Welke vier dingen moeten op een kaart staan?
  • Zoek de betekenis van "legenda" en "schaal" op in de Finish (p.20/21).
  • Wat zijn de "titels" van figuur 1 en figuur 2?

Slide 16 - Slide

Kaartlezen

Slide 17 - Slide

Hoe reken je met de schaal?
"Met de schaal reken je uit wat afstanden in het echt zijn."

  • Voorbeeld: Schaal is 1 : 100 000.
  • 1 cm op de kaart is 100.000 cm in het echt.
  • De schaal druk je altijd uit in kilometers.

Slide 18 - Slide

Rekenen met de schaal

Slide 19 - Slide

Berekenen KM --> "Handje eraf"

Slide 20 - Slide

Maak opdracht 7 in je werkboek

Slide 21 - Slide

Je kunt de afstand op een kaart berekenen met behulp van de schaal.

Slide 22 - Slide

Aan de slag!
  • Je leest de tekst op pagina 8/9 in je lesboek.
  • Je maakt de opdracht 5, 6, 7 en 9 in je werkboek.
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je mag samenwerken met je buurman of buurvrouw. (FLUISTEREND)
  • Wanneer je een vraag hebt steek je je vinger op.
  • Je leest eerst goed de vraag en tekst voor je een vraag stelt.

Je hebt tot het einde van de les, de rest is huiswerk!

Slide 23 - Slide

Lesdoelen van vandaag
  1. Je kunt de bevolkingsspreiding in een land beschrijven met woorden als noorden, zuidwesten, oosten, enz. 
  2. Je kunt 4 dingen benoemen die je nodig hebt om een kaart te kunnen lezen.
  3. Je kunt de afstand op een kaart berekenen met behulp van de schaal. Je houdt rekening met een juiste berekening, afronding en KM achter je antwoord.

Slide 24 - Slide

Huiswerk
Je maakt de opdracht 5, 6, 7 en 9 in je werkboek.

Slide 25 - Slide