This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Niet van toepassing, we starten met een nieuw hoofdstuk!
Kennismaking hoofdstuk 5 De stad in de middeleeuwen. Dit is het tijdvak van steden en staten (1000-1500 n. Chr.)
-Instructie start h5. De stad in de Middeleeuwen
Instructie 5.1. Nieuwe steden , Stadsrechten en ontstaan van handel met Lessonup
Wat je moet maken, staat later in deze les.
Slide 1 - Slide
H5. De stad in de Middeleeuwen
Slide 2 - Slide
Vorige les en opstart h5
Vorige les heb je de toets van h4 gemaakt.
Zodra de cijfers bekend zijn krijg je die te horen.
Deze week ga je beginnen aan h5.
Hoofdstuk 5 gaat over het leven in de stad in de Middeleeuwen.
Slide 3 - Slide
Hoe is de toets van h4 gegaan denk je?
A
Goed
B
Niet zo goed
C
Ik heb geen idee
Slide 4 - Quiz
Wat weet je al over de steden in de Middeleeuwen?
Slide 5 - Mind map
Het ontstaan van steden deel 1
In de tijd van ridders en monniken (h4) leefden de meeste mensen op het platteland
Na het jaar 1000 veranderde dat. Er ontstonden steden
De bewoners van de steden leefden van handel en nijverheid
nijverheid = een ander woord voor industrie, het werk waarbij grondstoffen bewerkt worden. Zoals het spinnen van wol.
Slide 6 - Slide
Het ontstaan van steden deel 2
Steden wilden graag zichzelf besturen
De heer van het gebied gaf stadsrechten aan de mensen
Steden werden machtig en de edelen verloren macht
Slide 7 - Slide
5.1. Nieuwe steden
Slide 8 - Slide
Verbeteringen in de landbouw
De boeren hadden nieuwe dingen geleerd waardoor het steeds beter ging met de landbouw
Een gevolg daarvan was dat de oogsten steeds groter werden en de boeren dus oogst over hadden om te verkopen. De boeren verdienden hierdoor geld en konden daar weer spullen van kopen bij handelaren.
Slide 9 - Slide
Meer handel
Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel
Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa zorgden voor een veiliger Europa
Handelaren komen daardoor makkelijker reizen en kwamen in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.
Slide 10 - Slide
kijk het filmpje op de volgende pagina en beantwoord de vraag die erna gesteld wordt.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Welk voorbeeld wordt gegeven van een nieuw dorp dat uitgroeide tot een stad?
A
Amsterdam
B
Zutphen
C
Leeuwarden
D
Brede
Slide 13 - Quiz
Steden ontstaan
Handelaren trekken rond en hebben vaste plekken om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
Deze plekken liggen op een goede plek zoals kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster . Op deze plekken waren vaak ook jaarmarkten
Langzaam ontstaan hieruit dorpen, die uitgroeien tot steden.
Slide 14 - Slide
Stadsrechten
Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer
De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen
Slide 15 - Slide
Schout, schepenen en burgemeester
Door de stadsrechten kreeg een stad een eigen bestuur.
Het bestuur maakte regels waar iedereen zich aan moest houden en bestond uit de volgende mensen:
Burgemeester =voorzitter van de raad
Schepenen = bepalen de straf voor een misdaad
Schout = iet misdadiger opsporen en klaagde ze aan bij de schepenen.
Slide 16 - Slide
Hoe wordt een stad/dorp in onze moderne tijd bestuurd?
Burgemeester is de voorzitter van de gemeenteraad en hoofd van de politie
Gemeenteraad is een gekozen groep mensen die besluiten nemen over wat er in de gemeente moet gebeuren
Wethouder voert de besluiten van de gemeenteraad uit.
Hiernaast staan 2 voorbeelden van burgemeesters uit Nederland op dit moment. Beide dragen ze een ketting...
Burgemeester van Utrecht
Burgemeester van Amsterdam
Slide 17 - Slide
Waarom dragen burgemeesters zo´n ketting?
A
Omdat ze het mooi vinden
B
Omdat het moet van de koning
C
Om duidelijk te laten zien dat zij de burgemeester zijn
D
Om te laten zien dat ze rijk zijn
Slide 18 - Quiz
Aan de slag:
Theorieboek: blz. 70 t/m 73
Werkboek: blz 74 t/m 77
Maken opdracht: 3, 5, 6, 7, 9 van werkboek blz. 76 en 77
Succes!!! :)
En als je vragen hebt mail dan even naar: ntuinier@bbonderwijs.nl