What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H6.3 Toepassingen neerslagreacties
H6.3 toepassingen van neerslagreacties
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quiz
and
text slides
.
Lesson duration is:
100 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H6.3 toepassingen van neerslagreacties
Slide 1 - Slide
Na deze les kun je:
positieve en negatieve ionsoorten uit een oplossing verwijderen.
een nieuw zout maken uit twee zoutoplossingen.
aantonen dat een oplossing een bepaalde ionsoort bevat.
Slide 2 - Slide
Wat moet je hiervoor weten?
Je weet hoe je een oplos- en indampvergelijking moet maken
Je weet weer hoe de oplosbaarheidstabel werkt en kunt een minitabel maken.
je kunt het feit dat ALLE natrium zouten en ALLE nitraten goed oplosbaar zijn toepassen om een slecht oplosbaar zout te maken
Slide 3 - Slide
Hoe gaan we dit doen?
10 minuten stiltetijd => Lezen H6.3
Uitleg docent
Oefenen d.m.v. quiz
Maken HAVO opdracht: 20, 24, 27, 28 en 29
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Wat feitjes
Zouten bestaan uit positieve metaalionen en negatieve niet-metaal ionen
Zouten kunnen stroom geleiden als een zout vloeibaar is of is opgelost
Of zouten oplossen kun je zien in BINAS Tabel 45A
Een zout heeft een rooster waarbij de + en de - deeltjes elkaar afwisselen
Bij het oplossen gaat ieder deeltje los van de andere deeltjes
Slide 5 - Slide
Hoe zit het ook alweer met zouthydraten?
Slide 6 - Slide
Oplosvergelijkingen
Het oplossen van calciumnitraat
(s) --> Ca
2+
(aq) + 2 NO
3
-
(aq)
Schrijf in je schrift de oplosvergelijking van magnesiumfluoride, MgF
2
C
a
(
N
O
3
)
2
C
a
(
N
O
3
)
2
Slide 7 - Slide
Indampvergelijkingen
Omgekeerde van oplosvergelijkingen
2 NO
3
-
(aq) + Ca
2+
(aq) --> (s)
Schrijf in je schrift de indampvergelijking van een oplossing van magnesiumfluoride
C
a
(
N
O
3
)
2
Slide 8 - Slide
Nog meer feitjes
Als je 2 zoutoplossingen mengt, kunnen er 2 dingen gebeuren:
Er ontstaat een heldere oplossing
Er ontstaat een neerslag, de oplossing wordt troebel: het is nu een suspensie.
Je stelt een mini-oplosbaarheidstabel op om te zien wat er zal gebeuren.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Opdrachten
Maak een mini-oplosbaarheidstabel van de volgende oplossingen. Als er een neerslag ontstaat, geef dan ook de reactievergelijking.
zilvernitraat en aluminiumchloride
natriumhydroxide en zinkbromide
Slide 11 - Slide
Neerslag kun je gebruiken!
Als er een neerslag ontstaat, heb je eigenlijk een zout gemaakt!
Hoe doe je dat?
Slide 12 - Slide
Goed leren!
Alle zouten met kalium en natrium lossen goed op in water
Alle zouten met nitraat lossen goed op in water
Binas
Slide 13 - Slide
Loodcarbonaat maken
Loodcarbonaat is slecht oplosbaar (BINAS).
Om loodcarbonaat te maken moet je Pb
2+
ionen
mixen met CO
3
2-
ionen.
Slide 14 - Slide
Pb
2+
CO
3
2-
s
?
?
Slide 15 - Slide
Je wilt dus Pb
2+
met CO
3
2-
ionen mixen.
De Pb
2+
moet dus opgelost zijn, net als de CO
3
2-
.
Slide 16 - Slide
De Pb
2+
moet dus opgelost zijn, net als de CO
3
2-
. Lood
nitraat
en
natrium
carbonaat
zijn goede keuzes.
Slide 17 - Slide
De Pb
2+
moet dus opgelost zijn, net als de CO
3
2-
. Lood
nitraat
en
natrium
carbonaat
zijn goede keuzes.
Slide 18 - Slide
Hoe zou je het loodcarbonaat nu uit de vloeistof kunnen halen?
A
indampen
B
extraheren
C
filtreren
D
adsorberen
Slide 19 - Quiz
Vragen:
Welke zouten moet je mixen om de volgende slecht oplosbare zouten te maken?
Geef ook de kloppende reactievergelijking.
tin(II)sulfide
calciumfosfaat
zinkhydroxide
Slide 20 - Slide
Neerslag kun je gebruiken!
Als er een neerslag ontstaat, heb je eigenlijk een zout gemaakt! (les van maandag)
Je kunt een neerslag ook gebruiken om een ion uit de oplossing te halen.
Hoe doe je dat?
Slide 21 - Slide
Ionen verwijderen
Als je een zout laat neerslaan en je filtert dat uit de oplossing, is het zout weg uit de oplossing.
Stel, je wilt F
-
verwijderen uit een oplossing
Maak dan een oplossing van een zout naar keuze
Voeg jouw gekozen oplossing toe aan de oplossing met F
-
Filtreer de neerslag
Slide 22 - Slide
Ionen verwijderen
Hoe kies je het zout waarvan je een oplossing gaat maken?
Zoek een ion dat met F- een s vormt in tabel 45A
Ca
2+
zit niet los in een potje. Dat moet een zout zijn.
Dat zout moet goed oplosbaar zijn, dus kies voor NO
3
-
Het zout is dus Ca(NO
3
)
2
Slide 23 - Slide
Ca
2+
F
-
s
NO
3
-
g
Slide 24 - Slide
Reactievergelijking
Ca
2+
(aq) + 2 F
-
(aq) --> CaF
2
(s)
Slide 25 - Slide
Vragen:
Hoe kan je koperionen verwijderen uit een oplossing?
Slide 26 - Slide
Een onbekend zout
Soms heb je een potje met een zout erin en weet je niet welk zout het is. Hoe kom je daar achter?
Kijk naar de kleur
Onderzoek de oplosbaarheid
Kijk of je een ion herkent dmv een neerslagreactie
Slide 27 - Slide
1. Kijk naar kleur
koperionen zijn blauw
Zie ook BINAS Tabel 65B
Slide 28 - Slide
2. Onderzoek de oplosbaarheid
voorbeeld: natriumcarbonaat of calciumcarbonaat?
Kijk in BINAS Tabel 45A
Slide 29 - Slide
2. Onderzoek de oplosbaarheid
voorbeeld: natriumcarbonaat of calciumcarbonaat?
Doe een schepje in een reageerbuis, water erbij.
Troebel: calciumcarbonaat
Helder: natriumcarbonaat
Slide 30 - Slide
3. Maak gebruik van neerslag
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Slide 31 - Slide
3. Maak gebruik van neerslag
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Beide zouten goed oplosbaar, beide zouten Na-zouten.
Het verschil zit in het negatieve ion: PO
4
3-
of SO
4
2-
Slide 32 - Slide
3. Maak gebruik van neerslag
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Het verschil zit in het negatieve ion: PO
4
3-
of SO
4
2-
Zoek een + ion dat met de ene wel en de ander niet een neerslag vormt
Slide 33 - Slide
3. Maak gebruik van neerslag
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Het verschil zit in het negatieve ion: PO
4
3-
of SO
4
2-
Zoek een + ion dat met de ene
wel
en met de ander
niet
een neerslag vormt
Slide 34 - Slide
PO
4
3-
SO
4
2-
Slide 35 - Slide
PO
4
3-
SO
4
2-
Cu
2+
g
s
Slide 36 - Slide
Met Cu
2+
kan je dus verschil zien.
De leverancier van de Cu
2+
zou CuCl
2
kunnen zijn (of Cu(NO
3
)
2
of CuSO
4
of ...)
Slide 37 - Slide
Samengevat:
met welk ion kan je verschil zien (s/g)?
welk goed oplosbaar zout levert dat ion?
Slide 38 - Slide
Proef 1 en 2
Je doet proef 1 en proef 2
Morgen gaan we practicum proef 1 en 2 uitvoeren. Bereidt deze proeven goed voor.
Slide 39 - Slide
Na deze les kun je:
positieve en negatieve ionsoorten uit een oplossing verwijderen.
een nieuw zout maken uit twee zoutoplossingen.
aantonen dat een oplossing een bepaalde ionsoort bevat.
Slide 40 - Slide
More lessons like this
Hst 9 Zouten 4 VMBO-TL Herhaling
November 2023
- Lesson with
49 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
hst 9 paragraaf 1 "oplossen en indampen van zouten"
December 2023
- Lesson with
50 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Neerslagreacties 2
March 2024
- Lesson with
32 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
5.3 Een slecht oplosbaar zout maken
January 2019
- Lesson with
15 slides
Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
4 MAVO hfst zouten 2024_2025
December 2023
- Lesson with
44 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
T4 H9.3 en H9.4
February 2023
- Lesson with
35 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Hoofdstuk 9 paragraaf 3: Een slecht oplosbaar zout maken
October 2022
- Lesson with
13 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
H9 samenvatting 2023-2024
January 2024
- Lesson with
47 slides