1. Als je een verwijswoord ziet, bedenk dan wat er met dat woord bedoeld wordt. Stel jezelf vragen.
2. Lees de zin of de zinnen vóór het verwijswoord nog een keer. Daar staat meestal wat er met het verwijswoord wordt bedoeld. Lees dus een stukje terug
3. Heb je je antwoord gevonden: dus het woord (of de zin) waar het verwijswoord naar verwijst?
Controleer of het klopt. Vul het woord of de zin in op de plek van het verwijswoord. Is het nu een logische zin?