Grammatica havo

1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Voorbeelden
Bekijk de volgende sheets voor voorbeelden.

Vervoegen van werkwoorden (bron G ch2 & 3) oefen Slim Stampen of Verbuga.eu

Slide 7 - Slide

Vragend maken
Est-ce que tu prends tes médicaments.
Elle aime le chocolat
aime-t-elle le chocolat?
 

Slide 8 - Slide

Ontkennend (niet, nooit, niet meer)
Je ne mange pas le chocolat.
Je mange quelque chose

Je mange une tablette de chocolat
Je ne mange pas de tablette de chocolat

Slide 9 - Slide

Ontkennend 
Je mange quelque chose (niets)

J'ai toujours faim (nooit)

Slide 10 - Slide

Imparfait
Vous (finir) les devoirs le soir.
stap 1 = nous-vorm présent --> finissons
stap 2 = -ons = finiss
Stap 3 = uitgang = iez = finissiez



Slide 11 - Slide

Het persoonlijk voornaam-
woord




als lijdend voorwerp

Slide 12 - Slide

Plaats in de zin:
le, la, l' of les staat over het algemeen voor de persoonsvorm in de zin.

Let op :
Als er een heel werkwoord in de zin staat, staat het lijdend voorwerp voor het hele werkwoord

Slide 13 - Slide

Lijdend voorwerp

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Lijdend voorwerp
Tu écoutes la chanson de Ronnie Flex
Tu l'écoutes.
Nous allons choisir la chanson ce soir.
Nous allons la choisir ce soir
J'ai regardé un film.
Je l'ai regardé

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link