Meine Familie

1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Thema: Meine Familie
Neue Kontakte Kapitel 2

Slide 2 - Slide

Was machen wir jetzt?
  • Video gucken über Familie
  • Domino Spiel Wortschatz

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan over mijn familie vertellen. 
  • Ik kan de woorden over het onderwerp 'familie' verstaan en gebruiken.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Schreibe die Wörter in dein Heft. Schreibe auch die Niederländische Übersetzung (vertaling) dazu. 

Slide 6 - Slide

Aufgabe 5 min. :

Schreibe 5 Sätze in dein Heft auf. 

Slide 7 - Slide

Die Schwester von meinem Vater ist meine ... .
A
Onkel
B
Cousine
C
Nichte
D
Tante

Slide 8 - Quiz

Wer ist das:
Die Tochter von meinem Onkel
A
mein Cousin
B
meine Nichte
C
meine Cousine
D
mein Neffe

Slide 9 - Quiz

Übersetze:
de neef (zoon van je broer/zus):

A
der Neffe
B
der Cousin

Slide 10 - Quiz

Übersetze:
de neef (zoon van je tante/oom):

A
der Neffe
B
der Cousin

Slide 11 - Quiz

Du
meine Schwester
meine Cousine
meine Uroma
mein Vater
mein Uropa
meine Mutter
meine Tante
mein Onkel
mein Cousin
meine Oma
mein Großonkel
meine Großtante
meine Tante

Slide 12 - Drag question

Lernziele
Aan het einde van de les:
  • weet ik hoe ik familieleden kan beschrijven
  • kan ik korte Duitse zinnen te maken met behulp van een schema
  • heb ik een klein stukje in het Duits over mijn familie in mijn schrift opgeschreven.

Slide 13 - Slide

5

Slide 14 - Video

Aan het einde van de les
  • weet ik waar ik de opdracht (missie) in Schoolwerk kan vinden: deadline 19 december 2024, 17.00 uur
  • heb ik de tekst voor de missie (bijna) klaar
  • heb ik een Keynote presentatie gemaakt met drie dia's:
       1. voorpagina
       2. gezinsfoto (met of zonder audiobestand)
       3. tekst (zie voorbeeld in Schoolwerk)

Slide 15 - Slide

Schrijfopdracht (schrift)
Stel een (of twee) personen uit je familie voor: 
  1. Schrijf wie deze persoon is (bijv. mijn broer/zus, vader/moeder, ...)
  2. Schrijf hoe de persoon heet en hoe oud hij/zij is.
  3. Schrijf wat de persoon doet (beroep) of wat zij/hij graag doet (hobby, sport).
Maak gebruik van het schema.

Slide 16 - Slide

00:15
Hoe oud is Annika?
A
twaalf
B
elf
C
dertien
D
veertien

Slide 17 - Quiz

00:25
Wat zou Eltern kunnen betekenen?

Slide 18 - Open question

00:43
Welk beroep heeft de moeder van Annika?
A
lerares
B
politieagente
C
cassière
D
bloemiste

Slide 19 - Quiz

00:55
Welke sport doet de broer van Annika?
A
voetbal
B
volleybal
C
tennis
D
hockey

Slide 20 - Quiz

01:14
Hoe heten de opa en oma van Annika?
A
Hans und Sabine
B
Johann und Sabine
C
Katharina und Klaus
D
Johann und Katharina

Slide 21 - Quiz

Thema: die Familie
Domino Spiel

Slide 22 - Slide

Heb je de leerdoelen gehaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Volgende week
  • herhaling woordenschat 'familie'
  • werkwoorden: 'haben' en 'sein'
  • uitleg afsluiting trede 2

Slide 24 - Slide

Tschüss!

Slide 25 - Slide