This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welk begrip hoort er niet bij?
A
Migratienetwerk
B
Segregatie
C
Kettingmigratie
Slide 1 - Quiz
Juist of onjuist? Sleep de uitspraken in het juiste hokje.
Juist
Onjuist
• In Nederland treed er geen vergrijzing op.
• Bevolkingsafname kan leiden tot een lager voorzieningenniveau.
• Nederland heeft geen expats.
• De Nederlandse achtergronden van naoorlogse immigranten in de VS zijn totaal vervaagd, we spreken hier van assimilatie.
• Cultuurverschillen in Nederland nemen toe, er is hier sprake van homogenisering.
Slide 2 - Drag question
B. internationale studenten
C. Mensenrechtenvluchtelingen
D. Migratie door gezinshereniging
A. Arbeidsmigranten
2. Economische reden
3 Politieke reden
4 Onderwijs reden
1. Sociale reden
Slide 3 - Drag question
Multiculturele samenleving
segregatie
acculturatie
integratie
migranten en niet-migranten nemen cultuurelementen van elkaar over
Bestaan van verschillende culturen binnen een samenleving die met elkaar samenleven
het (ruimtelijk) gescheiden leven van groepen mensen
proces waarbij door contacten met een andere cultuur de bestaande cultuur verandert
Slide 4 - Drag question
Integratie
Segregatie
Slide 5 - Drag question
Migratie heeft invloed op de samenstelling van de bevolking in het herkomstgebied. In een bepaald herkomstgebied van migranten is al gedurende meer dan 25 jaar een migratiestroom naar een ander gebied ontstaan. Er is sprake van kettingmigratie. Welke bevolkingsgroep is dan in het herkomstgebied vooral oververtegenwoordigd?
A
Jonge kinderen
B
Vrouwen
C
Mannen tussen de 30 en 50
D
Ouderen
Slide 6 - Quiz
Migratie vindt niet plaats vanuit de allerarmste gebieden, maar vanuit gebieden waar mensen voldoende aspiraties en mogelijkheden hebben om te vertrekken
A
Waar
B
Niet waar
C
Vanuit beide gebieden.
D
Er is nog een ander antwoord.
Slide 7 - Quiz
Elke groep heeft een andere reden om te migreren:
Arbeidsmigranten
Mensenrechtenvluchtelingen
Migratie door gezinshereniging
Sociale redenen
Economische redenen
Politieke redenen
Slide 8 - Drag question
Wat zijn nog meer nadelen van geldzendingen voor herkomstgebieden
A
Er wordt weinig geproduceerd in eigen land
B
Geld wordt niet goed besteed
C
Afhankelijkheid van geldzendingen
D
Inkomensverschillen kunnen toenemen
Slide 9 - Quiz
Wat is een sociaal-cultureel nadeel voor herkomstgebieden van migratie?
A
Braindrain
B
Braingain
C
Geldzendingen
D
Retourmigratie
Slide 10 - Quiz
Naar welk herkomstland gaan de meeste geldzendingen?
A
Nigeria
B
Vietnam
C
India
D
Mexico
Slide 11 - Quiz
Stijgt het welvaarts- en opleidingsniveau, dan worden de aspiraties om te migreren in de regel ook groter.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Braindrain is
A
Drainage van de vochtige grond
B
Gebied waar het aantal inwoners daalt
C
De relatie tussen mensen in een wijk
D
Het vertrek van hoger opgeleide uit een gebied.
Slide 13 - Quiz
Migratienetwerken.
Kettingmigratie.
Retourmigratie.
Het fenomeen dat eenmaal gestarte migratie tot steeds meer migratie leidt.
Het geheel van relaties die de thuisblijvers, toekomstige migranten en geëmigreerden met elkaar onderhouden.
Mensen verhuizen terug naar het land waar ze vroeger uit vertrokken zijn.
Slide 14 - Drag question
Een ander woord voor retourmigratie is?
A
Terugkeermigratie.
B
Immigratie.
C
Remigratie.
D
Emigratie.
Slide 15 - Quiz
Kettingmigratie.
Gezinsmigrant.
Arbeidsmigrant.
Migrant die verhuist omdat hij een andere migrant volgt.
Het fenomeen dat eenmaal gestarte migratie tot steeds meer migratie leidt.
Iemand die verhuist om in een ander land werk te kunnen krijgen.
Slide 16 - Drag question
Wat kunnen redenen zijn om te vluchten?
A
Seksuele geaardheid, oorlog, honger en vrede.
B
Seksuele geaardheid, honger, oorlog en jouw mening.
C
Oorlog, honger , geloof en sexuele geaardheid.
D
De juiste staat er niet bij.
Slide 17 - Quiz
Hoeveel migranten groepen kennen wij in Nederland?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 18 - Quiz
Vluchteling.
Asielzoeker.
Iemand die op de vlucht is en erkennig als vluchteling zoekt.
Iemand die verhuist omdat hij op de vlucht is voor oorlog.
Slide 19 - Drag question
Wat zij de gevolgen van migratie in herkomstgebieden?
A
Onevenwichtige bevolkingsopbouw, minst ondernemende gaan weg, thuisblijvers krijgen hogere status, braindrain , nieuwe waarden en normen worden binnengebracht.
B
Onevenwichtige bevolkingsopbouw, meest ondernemende gaan weg, thuisblijvers krijgen hogere status, braindrain , nieuwe waarden en normen worden binnengebracht.
C
Onevenwichtige bevolkingsopbouw, meest ondernemende gaan weg, thuisblijvers krijgen hogere status, braindrain , nieuwe waarden en normen worden binnengebracht, werkloosheid kan afnemen.
D
Onevenwichtige bevolkingsopbouw, meest ondernemende gaan weg, thuisblijvers krijgen hogere status, braindrain , nieuwe waarden en normen worden binnengebracht, werkloosheid kan afnemen, aspiratielozen blijven ook achter.
Slide 20 - Quiz
Wat hoort bij: je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
A
Geld, praktisch opgeleid, veel contacten.
B
Geld, goede baan, veel contacten.
C
Geld, hoger opgeleid, corruptie, veel contacten.
D
Geld, hoger opgeleid, veel contacten.
Slide 21 - Quiz
De meeste mensen komen niet uit arme landen maar uit middeninkomenslanden zoals .......
A
Mexico, Marokko en Turkije.
B
Mexico, Marokko, Turkije en India.
C
Mexico, Marokko, Turkije en Suriname.
D
Mexico, Marokko, Turkije en de Filippijnen.
Slide 22 - Quiz
Gezinshereniging.
Gezinsvorming.
Het laten overkomen van een partner uit het herkomstland door een vrijgezelle migrant.
Het laten komen van gezinsleden van een migrant die al eerder is vertrokken.
Slide 23 - Drag question
Braingain
Remittances
Braingain
Nieuwe kennis,ideeënen innovaties komen een land binnen door informatie en geldzendingen van migranten.
Hoger opgeleiden en getalenteerde mensen verlaten een land op zich elders te vestigen.