KoppelwerkwoordeN

Koppel werkwoorden 
Gemaakt door ; sven , laze en jorno 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Koppel werkwoorden 
Gemaakt door ; sven , laze en jorno 

Slide 1 - Slide

Inhoud 
Koppel werkwoorden
Naamwoordelijk gezegde
Voorbeeld
Quizzzzzz  

Slide 2 - Slide

Koppel werkwoorden 
De koppelwerkwoord zegt dat de onderwerp iets is.

zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen

Slide 3 - Slide

Naamwoordelijk gezegde 
bestaat uit 1 of meer werkwoorden en een (zelfstandig , bijvoegelijk) naamwoord

Slide 4 - Slide

Voorbeelden 
1. Zij is voorzitter.
Is = koppelwerkwoord 
Is voorzitter = naamwoordelijk gezegde 
 

Slide 5 - Slide

Het huis leek onbewoond
Leek = koppel werkwoord 
Leek onbewoond = naamwoordelijk gezegde 

Slide 6 - Slide

Quizzzzz

Slide 7 - Slide

Mijn vriend wordt leraar.
Wat is het naamwoordelijk gezegde
A
Wordt
B
Leraar
C
Mijn vriend
D
Wordt leraar

Slide 8 - Quiz

De uitslag bleek al bij iedereen bekend.
Wat is het koppel werkwoord
A
Bleek bekend
B
Bij
C
Bleek
D
Bekend

Slide 9 - Quiz

Wie kent het koppel werkwoord nu

Slide 10 - Open question