This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
T G 3 D
Welkom
Slide 1 - Slide
Lezen (in stilte)
timer
13:00
Slide 2 - Slide
Programma vandaag
Toetsje werkwoordspelling
Uitleg schrijfopdracht
Uitleg op maat voor werkwoordspelling
Thema van periode 1: schrijfvaardigheid
dus ondersteuning / uitleg van
- verwijswoorden, interpunctie en werkwoordspelling
Slide 3 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van de les weet je wat er van je verwacht wordt bij de opdracht scheldkanonnade, weet je hoe je op werkwoordspelling scoort en heb je zo nodig uitleg op maat gekregen.
Slide 4 - Slide
Huiswerk
Opdrachten Fouten met verwijswoorden en Interpunctie
Slide 5 - Slide
Toetsje werkwoordspelling
Klaar? Leg op de hoek van de tafel en pak leesboek
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Thema P1:
Klagen, zeuren, vloeken,...
TEA 1: zakelijke klachtenbrief per mail
Slide 8 - Slide
Introductie
Klagen, roasten, dissen is van alle tijden
Als voorbereiding voor je zakelijke klachtenbrief per e-mail ga je een scheldkanonnade schrijven
Dat doe je in groep in bloemrijke taal, met de prachtigste scheldwoorden
Je presenteert deze ook (declameren)
Je leert over de Rederijkerskamers: deze schreven literatuur en hielden declamatiewedstrijden
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Wat doen ze bij een 'Roast'?
Slide 12 - Slide
'Dissen'
Jij bent zo nep, dat zelfs Barbie jaloers is.
Disstrack
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Opdracht in groep van vier
een onderwerp voor scheldkanonnade: bv. Oekraïne-oorlog, Trump-aanhangers, een beroemdheid aan wie jullie een hekel hebben. Persoon staat buiten jullie leven (dus geen docent:))
per leerling: 10 regels, zelfde stockregel (eindzin), rijmschema, minimaal 1 alliteratie, 1 vorm van beeldspraak
Scheld welbespraakt: 'klootzak' kost strafpunten, 'ongebakken deegsliert' is creatiever
Slide 15 - Slide
Rijmschema, alliteratie
Gepaard rijm: a a b b (Ik ging naar de stad, Dat is me toch wat, Daar kocht ik een peer, Voor een zieke meneer)
Gekruist rijm: a b a b
Omarmend rijm: a b b a
Alliteratie: Liesje leerde lotje lopen
Slide 16 - Slide
Beeldspraak
vergelijking (hij ging er als een haas vandoor: hij en haas / je kamer lijkt wel een zwijnenstal: kamer en zwijnenstal)
asyndetische vergelijking: zonder de woorden 'als' of 'lijken' (Piet, een echte angsthaas, viel)
personificatie: iets wordt als een levend mens voorgesteld (de wind floot door de bomen)
Synesthesie: combinatie van zintuigen (warme stem)
Metafoor: je gebruikt een overeenkomst (Jan is een wandelende encyclopedie)