English Grammar word order and tenses

• Engels
• Middelbare school
• MBO
• Leerjaar 1
• Studiejaar 1

English Grammar

About word order

About tenses

Please join this LessonUp (lessonup.com).

The order of an English sentence.

Engelse zinnen staan altijd in dezelfde volgorde.

Who - does - what - with/for whom - where - when.

Dus:

1. onderwerp (Who?)
2. werkwoordelijk gezegde (does/did?)
3. lijdend voorwerp (what?)
4. meewerkend voorwerp (with/for whom?)
5. bijwoordelijke bepaling plaats (where?)
6. bijwoordelijke bepaling tijd (when?)

Ontleden

Mijn oma heeft vorige week zondag koekjes voor ons gebakken in haar keuken. 

Kun je deze zin ontleden?

Mijn oma

koekjes

heeft gebakken

vorige week zondag

voor ons

in haar keuken

Who

does

what

for whom

where

when

Translate the components and put them in the correct order.

www.englisch-hilfen.de

Perfect

have/has/had + voltooid deelwoord

Continuous

am/are/is/was/were + werkwoord-ing

perfect continuous

have/has/had + been + werkwoord-ing

De present perfect gebruik je als...

1. het gaat om het resultaat van een handeling in het verleden
2. iets in het verleden is begonnen en nog voortduurt
3. iets in het verleden is begonnen en nog voortduurt en je wilt de tijdsduur benadrukken
4. de handeling je irriteert.

De present perfect continuous gebruik je als ...

1. je ook de woorden 'recently' of 'lately' in de zin gebruikt
2. iets in het verleden is begonnen en nog voortduurt
3. iets in het verleden is begonnen en nog voortduurt en je wilt de tijdsduur benadrukken
4. de handeling je irriteert.

He has worked at the office all day.
(He is tired now.)

1. Present Perfect
2. Present Perfect Continuous
3. Past Perfect
4. Present Simple

I have been studying English for five years now.

1. Present Perfect
2. Present Perfect Continuous
3. Past Perfect
4. Present Simple

Exercises

In another tab

This lesson was....

Very good!

Good

Okay

Not great

A waste of my time