AVZ - les 2

Les 2 (BGER1)
Module: Afstemmen van de zorg
1 / 30
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 2 (BGER1)
Module: Afstemmen van de zorg

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  1. Aan het eind van deze les weet je hoe je doelen op de juiste manier kunt opstellen
  2. Aan het einde van de les weet je hoe je de doelen afstemt op de ondersteuningsvraag van de cliënt.
  3. Je weet wat 'disciplines' betekent en kan voorbeelden benoemen.
  4. Je weet wat sociale kaart betekent en waar het voor gebruikt wordt.

Slide 2 - Slide

Waar sta je nu met je opdracht?

  1. Kan je met de cliënt die je hebt  uitgekozen voor je OSP de zorg ook afstemmen?
  2. Weet jij met welke disciplines deze cliënt te maken heeft op je BPV? Zo ja, wie?
  3. Welke cliënt overleggen zijn er op je BPV? En hoe vaak zijn deze?
  4. Hoe vaak zijn er bijeenkomsten op je BPV?





Slide 3 - Slide

Wat is een MDO?
A
Mono doelgericht onderzoek
B
Multi doelgericht overleg
C
Multi disciplinair overleg
D
Mono disciplinair overleg

Slide 4 - Quiz

Afstemmen houdt in dat je met direct betrokken collega's afspraken maakt over hoe jullie het werk gaan doen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Doelen formuleren
Doelen kunnen over van alles gaan. Denk bijvoorbeeld aan gezonder eten, meer bewegen, minder op je telefoon bezig zijn, meer tijd besteden aan je familie en vrienden of het beginnen aan een opleiding. Dit zijn cliënt-gerelateerde doelen.

 > Het stellen van doelen lijkt vaak makkelijker dan het in werkelijkheid is. 

Slide 6 - Slide

Doelen formuleren
Naast cliënt-gerelateerde doelen zijn er ook organisatie-gerelateerde doelen. Een organisatie wil bijvoorbeeld een cliënt tevredenheid score van een cijfer acht. 

Slide 7 - Slide

Korte- en langetermijndoelen
Een kortetermijndoel is duidelijk omschreven, concreet en kan in relatief korte tijd worden behaald. Denk bijvoorbeeld aan een cliënt waarmee je binnen een aantal weken toewerkt naar zelfstandig de wasmachine leren gebruiken of het op de juiste manier inruimen van de vaatwasser.

Slide 8 - Slide

Korte- en langetermijndoelen
 Een doel waar meer tijd voor nodig is, noemen we langetermijndoelen. Ze omvatten vaak een groter doel, zoals bijvoorbeeld een cliënt die wil toewerken naar een gezondere levensstijl om uiteindelijk tien kilo af te vallen, of het starten en uiteindelijk succesvol afronden van een opleiding.

Slide 9 - Slide

Doelen formuleren
Hoe ziet de ideale situatie eruit, wat is ervoor nodig om die te bereiken en welke termijn is daarbij passend? Wie moet er worden betrokken om het gewenste doel het bereiken? Wanneer ben je tevreden en wat betekent dit voor je doelstelling? 
Door deze vragen samen te bespreken ben je beter in staat het gewenste doel concreet te maken voor je cliënt. 

Het doel wordt geformuleerd in de ik-vorm, zodat de persoonlijke motivatie van je cliënt om het doel te behalen groter is.

Slide 10 - Slide

Methodisch werken
Methodisch werken betekent dat je volgens een vaste structuur werkt waarbij je een aantal stappen doorloopt en die structureel evalueert. Op basis van die evaluatie worden de geboden zorg en ondersteuning constant bijgesteld. 


Slide 11 - Slide

Methodisch werken
  1. informatie verzamelen over de beginsituatie
  2. vaststellen van wensen, behoeften en problemen: ondersteuningsvraag beschrijven
  3. doelen formuleren
  4. plannen maken en uitvoeren
  5. evalueren en zo nodig de doelen bijstellen

Slide 12 - Slide

Wat is een visie?
A
Een visie is de manier waarop je denkt over een situatie.
B
Een visie is de kijk die een persoon of bedrijf heeft op een situatie.

Slide 13 - Quiz

Visie
Een visie is de kijk die een persoon of bedrijf heeft op een situatie. Het doel van het opstellen van een visie is dat een bedrijf of individu voor ogen heeft wat ze willen bereiken. Een visie wordt daarom ook vaak een toekomstdroom genoemd.

Slide 14 - Slide

Visie van Organisatie
De visie is belangrijk voor de cultuur, samenwerking en communicatie op de werkvloer. Dit betekent dat jouw handelen vanuit die visie vorm moet krijgen. In de meeste gevallen wordt het personeel betrokken bij de totstandkoming van een inhoudelijke visie.

Slide 15 - Slide

Multidisciplinair overleg
Het multidisciplinair overleg heeft als doel de cliënt optimale zorg en ondersteuning te bieden vanuit de vraag ‘Wat heeft deze persoon van ons nodig?’.

Alle disciplines die betrokken zijn bij de ondersteuning sluiten aan bij het multidisciplinair overleg en werken daarin samen bij:

  1. het stellen van de diagnose
  2. het opstellen van het ondersteuningsplan
  3. de evaluatie.

Slide 16 - Slide

Disciplines 
Ergotherapeut
Fysiotherapie
Logopedie
Diëtiste
Verzorgende en verpleegkundige

Slide 17 - Slide

Sociale kaart
Als persoonlijk begeleider is het belangrijk op de hoogte te zijn van beschikbare hulpverleners binnen de sociale kaart van je werkgebied. In een sociale kaart staat informatie over organisaties en hun aanbod van diensten, producten en activiteiten binnen het sociale domein. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Opdracht sociale kaart
Zoek in tweetallen onderstaande op:
- FACT-teams
- Ketenzorg
- Kwartier maken
- Sociale wijkteams 

10 minuten!! Daarna klassikaal bespreken

Slide 21 - Slide

Fact Team
FACT betekent Flexibele Assertive Community Treatment. 

In een FACT-team werken behandelaren uit verschillende disciplines nauw met elkaar samen. Denk bijvoorbeeld aan een arts, een maatschappelijk werker en een verpleegkundige.

Slide 22 - Slide

Ketenzorg
Het doel van ketenzorg is dat er voor de cliënt een samenhangend en kwalitatief hoogwaardig aanbod wordt georganiseerd, met evenredig veel aandacht voor het welzijn. Door alles goed op elkaar aan te sluiten heeft de cliënt geen last van bijvoorbeeld bureaucratie tussen verschillende hulpverleners

Slide 23 - Slide

Kwartier maken
Kwartier maken richt zich op cliënten die door een beperking of kwetsbaarheid te maken hebben met uitsluiting. Het doel van kwartier maken is cliënten succesvol te laten deelnemen aan de samenleving, zodat ze ervaren erbij te horen en mee te kunnen doen vanuit hun eigen mogelijkheden. 

Slide 24 - Slide

Sociale wijkteams
In sociale wijkteams werken professionals op het gebied van welzijn, zorg en gezondheid samen. Ze helpen bewoners met praktische oplossingen als die er zelf even niet meer uitkomen. Denk daarbij aan vragen en problemen op het gebied van zorg, werken, opvoeden en inkomen. 

Slide 25 - Slide

Casus
Firaaz is een man van 20 jaar die is aangemeld bij het sociaal wijkteam. Firaaz is gevlucht uit zijn geboorteland waar een burgeroorlog gaande is. Zijn familie is nog in zijn thuisland. Firaaz heeft geen inkomsten en maakt schulden. Hij heeft een woning maar dreigt daaruit te worden gezet vanwege betalingsachterstanden. Hij krijgt ondersteuning vanuit het sociale wijkteam. Samen met zijn sociaal werker heeft Firaaz een aantal doelen opgesteld:

Firaaz vindt werkt.
Firaaz maakt zijn post open en bespreekt met zijn begeleider welke schulden hij heeft.
Firaaz accepteert psychische hulp om te praten over zijn angsten.
Door een goede communicatie en samenwerking met zijn sociaal werker en de ondersteuning vanuit het wijkteam heeft Firaaz er vertrouwen in dat zijn toekomst er een stuk beter uitziet.

Slide 26 - Slide

Zelfstandig maken
• Opdracht 4: Wie organiseert welke hulp?
• Opdracht 8: Verschillende disciplines
Opdracht 9: Overdragen

Slide 27 - Slide

Huiswerk volgende week

Slide 28 - Slide

Afronding les
Heb jij de onderstaande lesdoelen behaald?

  1. Aan het einde van de les weet jij welke teamrol jij hebt volgens Belbin.
  2. Aan het einde van de les kan jij uitleggen wat plannen en afstemmen betekent.
  3. Aan het einde van de les weet jij wat het belang is van intervisie.

Slide 29 - Slide

Afsluiting!
Bedankt voor jullie aandacht!  

Zijn er nog vragen? 

Geniet van de komende week.

Slide 30 - Slide