H5 Havo 3 deel 3 2021 25 en 27 mei

Chapitre 5
Formidable!

Temps libre /  loisirs / passe-temps /hobby
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Chapitre 5
Formidable!

Temps libre /  loisirs / passe-temps /hobby

Slide 1 - Slide

Planning d'aujourd'hui
*Intro
*Voc. B dictée
*Parler français
* Grammatica: C
Les devoirs: maken C: 13 t/m 15  
(livre de texte page 58 / livre d'exercice page 12)
Let op! In week 23 (de week start met 7 juni) SO ABCD op papier

Slide 2 - Slide

Résumé
Formidable!
Hobby / passe temps
Parler de son week-end
L'imparfait
Le verbre: mettre
L'adjectif qualicatif 


Slide 3 - Slide

Nantes

Slide 4 - Slide

Grand Éléphant aux Machines de l'île à Nantes....

Slide 5 - Slide

LessonUp dictée vocabulaire
Dictée voc.B: via LessonUp 

Il n'y a pas de code.

Nom de document: H5 voc. B havo 3 2021


Slide 6 - Slide

Passe-temps

Faire un sport
Assiter à un concert
Regarder Netflix
Faire de la musique
Faire de la cuisine
Lire



Slide 7 - Slide

Parler français
Hoe vraag je: 
*Heb je een leuk weekend gehad?  * Hoe was het? 
* Waar was het concert?  * Was het druk?     
* Met wie was je er?  *Hoe was het publiek?

Hoe zeg je:
* Ja, super!. * Wij zijn bij een concert van Stromae geweest
* Ja, dat was ongelooflijk!  * Stromae zong en danste heel goed.
* Het was in het Best Buy Theater in New York * Ja, er waren 2100 mensen
* Ik was er met mijn vriendin. * Het publiek was erg enthousiast.

Slide 8 - Slide

Tu as passé un bon week-end?
Oui, super!
On a été à un concert de Stromae.

Slide 9 - Slide

C'était comment?
C'était incroyable! Stomae chantait et dansait super bien.

Slide 10 - Slide

Le concert était où?
C'était au Best Buy Theater à New York.

Slide 11 - Slide

Il y avait beaucoup de monde?
Oui, il y avait 2100 personnes.

Slide 12 - Slide

Tu y étais avec qui?
J'y étais avec mon amie.

Slide 13 - Slide

Le public était comment?
Le public était très enthousiaste.

Slide 14 - Slide

Livre de textes
Cherche la page 58: l'imparfait (grammaire)

Wij lezen eerst samen de grammatica door.
Dan gaan we met voorbeelden oefenen.
Vervolgens doen wij nog samen wat opdrachten.
Tot slot maken jullie het huiswerk in je werkboek: C 13 t/m 15

Slide 15 - Slide

We kunnen de imparfait al herkennen
Je chantais       ik zong
Tu dansait        jij danste
Il travaillait        hij werkte
Nous rigolions  wij lachten
vous  quittiez    jullie verlieten
Ils  donnaient    zij gaven

Slide 16 - Slide

We kunnen de imparfait al herkennen
Blijkbaar ga je hier ook op zoek naar een stam waar je een bepaalde uitgang achter plakt.
Travailler  = werken
Je travaille = ik werk
Je travaillais = ik werkte

travaill   is de stam

Slide 17 - Slide

Dus de imparfait maak je door: 
Stap 1: de nous-vorm van de présent
travailler = werken    nous travaillons = ik werk

Stap 2: haal - ons eraf
travaillons   wordt dan travaill

Stap 3: plak de juiste uitgang erachter:   nous travaillions

Slide 18 - Slide

Nu gaan we even oefenen via een word document:

Kijk mee!
Luister mee!
Doe mee!

Slide 19 - Slide

In welke zin wordt de imparfait (o.v.t.) gebruikt?
A
Je gagne beaucoup.
B
Je gagnais beaucoup.

Slide 20 - Quiz

Les devoirs
Maken in je papieren werkboek: opdracht C:  13 t/m 15

Pak je boek erbij!
Kijk mee!
Luister mee!
Denk mee!
Vul in!

Slide 21 - Slide