Hoe vraag je: *Heb je een leuk weekend gehad? * Hoe was het?
* Waar was het concert? * Was het druk?
* Met wie was je er? *Hoe was het publiek?
Hoe zeg je:
* Ja, super!. * Wij zijn bij een concert van Stromae geweest
* Ja, dat was ongelooflijk! * Stromae zong en danste heel goed.
* Het was in het Best Buy Theater in New York * Ja, er waren 2100 mensen
* Ik was er met mijn vriendin. * Het publiek was erg enthousiast.