1. Februar 2024 / Personalpronomen_Gesprächsfertigkeit

Programm
- das Handy in die Handytasche
- arbeiten an Sprechfertigkeitstest (zie map SOM/studiewijzer/jaarbijlage)
 Achte auf:
  • Sprechfertigkeitstest: Start am 6. Februar!!
  • Bis dahin: noch 2 Unterrichtsstunden um Fragen zu stellen und Feedback zu fragen.





1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2-6

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Programm
- das Handy in die Handytasche
- arbeiten an Sprechfertigkeitstest (zie map SOM/studiewijzer/jaarbijlage)
 Achte auf:
  • Sprechfertigkeitstest: Start am 6. Februar!!
  • Bis dahin: noch 2 Unterrichtsstunden um Fragen zu stellen und Feedback zu fragen.





Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les:
 

- is minstens de helft van je spreekvaardigheidstoets af

Hoe?
Schritt 1:
- Wähle Option 1 oder 2

Schritt 2:
- schreibe deine Geschichte (verhaal), am besten sofort ins Deutsche.



Slide 2 - Slide

An die Arbeit!
- erstelle deinen Sprechfertigkeitstest: mindestens die Hälfte

Achte auf:
Satzbau
Optie 1: tegenwoordige tijd
Optie 2: afhankelijk van de keuze van je leeftijd tegenwoordige tijd of voltooid verleden tijd (terugkijken op je leven). Niet de verleden tijd gebruiken.
Ich habe ....................studiert
Ich bin .........................gefahren/geflogen/gegangen
Ich habe .......... gemacht

Slide 3 - Slide

Personalpronomen

Slide 4 - Slide

Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de Dativvorm
mij
jou
hem
jullie
haar
ons
het
hen
u
mir
uns
ihm
ihm
ihr
dir
euch
ihnen
Ihnen

Slide 5 - Drag question

Akkusativ
mich
dich
ihn
uns
euch
sie
sie
es
Sie
ons
jou
haar
jullie
het
hem
hen
mij
u

Slide 6 - Drag question

Persoonlijke vnw 1,3,4

Slide 8 - Slide

Die Präpositionen

de voorzetsels

Slide 10 - Slide

aus
bei
mit
nach
von
zu
seit
uit
bij
met
na, naar
van
naar
    sinds

Slide 11 - Drag question

durch
für
ohne
um
gegen
bis
entlang
door
zonder
om
voor
tegen
      tot
    langs

Slide 12 - Drag question

Hast du denn kein Geschenk für ... (Angela)?
A
ihn
B
sie
C
ihr
D
er

Slide 13 - Quiz

Ich kann nicht ohne .......... (meine Freundin).
A
Sie
B
ihr
C
ihnen
D
sie

Slide 14 - Quiz

Ich nehme den Mascara von .... (Gabi).
A
es
B
ihn
C
ihm
D
ihr

Slide 15 - Quiz

Die Geschichte geht um (hen) _____.
A
ihn
B
sie
C
Sie
D
ihr

Slide 16 - Quiz

Welk antwoord is op jou van toepassing?
A
Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
B
Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
C
Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
D
Ik snap het (en kan het anderen uitleggen

Slide 17 - Quiz