H2, en H1, woordenschat, 1C

Welkom!
Pak alvast je pen, boek en schrift, dan kunnen we snel beginnen.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak alvast je pen, boek en schrift, dan kunnen we snel beginnen.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?


8.55 - 9.15 Kahoot over woordenschat

9.15 - 9.35 Keuzemenu

9.35 - 9.45 Les afsluiten (2 waarheden, 1 leugen?)




Slide 2 - Slide

KEUZEMENU

Keuze 1: Je gaat opdracht 1 /tm 7 nakijken, je haalt bij mij het antwoordenboek op.

Keuze 2: Je gaat beginnen met startopdracht op blz 58 en maakt opdracht 1, 2 en 3 verder.

Keuze 3: Je gaat leren voor de toets voor morgen. (Maak rijtjes van de woorden of leer de zinnen)

Keuze 4: Je mag de keuzes ook combineren, eerst 1 dan 3


Slide 4 - Slide

Afspraak keuzemenu


1. Jullie werken alleen fluisterend


2. Heb je een vraag? Steek dan je hand op


3. Heb je alles klaar? Kom dan bij mij





Slide 5 - Slide

Les afsluiten

Toets voor morgen. Ken alle woorden met de synoniemen!

Welke is juist?

Hoe heet die film ook alweer die present/recent is uitgekomen?

Het dragen van een riem met gesp is echt een hype/circa.


Hoe kan je de betekenis van een woord in de tekst vinden?


Slide 6 - Slide

Hoe kan je de betekenis van een woord in de tekst vinden?


1. zoek de betekenis tussen haakjes of komma's in dezelfde zin.


2. zoek de betekenis in de volgende zin, de zin die erna komt.


3. zoek de betekenis in de vorige zin, de zin die ervoor komt.


Slide 7 - Slide

2 waarheden, 1 leugen

Slide 8 - Slide

Hoofdletters en leestekens
Een hoofdletter: 
- Aan het begin van de zin
- Bij namen: Henk, het Alfacollege, Gelderland, het Kerkplein 
- NIET bij: maanden, dagen, seizoenen en windstreken. 
Leestekens:
- punt bij gewone zinnen
- vraagteken bij een vraag 

- uitroepteken bij extra nadruk.

Slide 9 - Slide

Verbeter de zinnen.
liesbeth woont in wieringerwerf 

______________________________________________________________

in januari ging sjoerd naar berlijn

________________________________________________________________

Slide 10 - Slide

Nakijken
http://nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl/?SSOid=044a7682-e2b6-4d82-a7cc-765abd5193a3#/assignments/3e5ca8d4-eeb4-4155-ba4f-d2a215020f82/e9ee3d77-7919-47e0-b603-e28276ef83e1/c8e0b8e5-fc7a-4b62-880f-1b2a96f6dc8b/

Slide 11 - Slide

Wie kan de meeste woorden opschrijven?

Werk in tweetallen of drietallen, één persoon schrijft. Maak een rijtje met ou woorden en een rijtje met au woorden. Wie maakt in twee minuten de langste rijtjes?

timer
2:00

Slide 12 - Slide

Raadgedicht
Wat hadden we ook al weer ingevuld?

https://raadgedicht.nl/hansje-brinker-wim-hofman/


Slide 13 - Slide

Wat weet jij?

Wanneer schrijf je een hoofdletter? (2 mogelijkheden)

Horen dit en dat bij de of het?

Horen deze en die bij de of het?


Welk woord bepaalt in het samenstelling of het een de of een het woord is? Bijvoorbeeld in schoolboek of klaslokaal?


Slide 14 - Slide