H2, woordenschat, 1C, les 2

Welkom!
Pak alvast je pen, boek en schrift, dan kunnen we snel beginnen.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak alvast je pen, boek en schrift, dan kunnen we snel beginnen.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

13.10 - 13.30 verder met woordenschat, opdrachten maken

13.30 - 13.45 kennismakingsoefening

13.45 - 13.55 raadgedicht




Slide 2 - Slide

Zelfstandig aan het werk

Wat? Maken: opdracht 1 en 3 (blz. 50 t/m 51)

Hoe? In stilte.

Hulp? Steek je hand omhoog, dan kom ik bij je

Klaar? Ga dan verder met opdracht 5, 6 en 7.

Eerst 5 minuten in stilte, gaat dit goed? 10 minuten fluisterend werken.


timer
10:00
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Hoe goed kennen jullie elkaar?

Schrijf op een briefje je naam

Schrijf twee waarheden op en één leugen,


De klas moet raden welke van de drie een leugen is.

Bijvoorbeeld: Ik ben vegetariër, ik heb drie zussen en ik hou van festivals. Welke zin is een leugen?

Klaar? Geef dan je briefje aan mij!

Slide 4 - Slide

Opdracht 2

Gaan we klassikaal maken!



Slide 6 - Slide

Raadgedicht

Slide 7 - Slide

Hoofdletters en leestekens
Een hoofdletter: 
- Aan het begin van de zin
- Bij namen: Henk, het Alfacollege, Gelderland, het Kerkplein 
- NIET bij: maanden, dagen, seizoenen en windstreken. 
Leestekens:
- punt bij gewone zinnen
- vraagteken bij een vraag 

- uitroepteken bij extra nadruk.

Slide 8 - Slide

Verbeter de zinnen.
liesbeth woont in wieringerwerf 

______________________________________________________________

in januari ging sjoerd naar berlijn

________________________________________________________________

Slide 9 - Slide

Nakijken
http://nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl/?SSOid=044a7682-e2b6-4d82-a7cc-765abd5193a3#/assignments/3e5ca8d4-eeb4-4155-ba4f-d2a215020f82/e9ee3d77-7919-47e0-b603-e28276ef83e1/c8e0b8e5-fc7a-4b62-880f-1b2a96f6dc8b/

Slide 10 - Slide

Wie kan de meeste woorden opschrijven?

Werk in tweetallen of drietallen, één persoon schrijft. Maak een rijtje met ou woorden en een rijtje met au woorden. Wie maakt in twee minuten de langste rijtjes?

timer
2:00

Slide 11 - Slide

Raadgedicht
Wat hadden we ook al weer ingevuld?

https://raadgedicht.nl/hansje-brinker-wim-hofman/


Slide 12 - Slide

Wat weet jij?

Wanneer schrijf je een hoofdletter? (2 mogelijkheden)

Horen dit en dat bij de of het?

Horen deze en die bij de of het?


Welk woord bepaalt in het samenstelling of het een de of een het woord is? Bijvoorbeeld in schoolboek of klaslokaal?


Slide 13 - Slide