This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Flex Spelling H1
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Vandaag …………………………….[blijven] Hester ziek thuis
Slide 3 - Open question
……………………[vinden] je dat ze zich een beetje aanstelt?
Slide 4 - Open question
Tegenwoordig ………………..[worden] je soms moe van alle indrukken om je heen.
Slide 5 - Open question
De een ……………………….[hebben] daar meer last van dan de ander.
Slide 6 - Open question
Tegenwoordig ……………………..[kunnen] je overal in huis televisie kijken.
Slide 7 - Open question
In de auto …………………………[luisteren] mijn vader vooral naar de radio.
Slide 8 - Open question
Als mijn opa bij ons thuis ………………[zijn], dan ………………….[vertellen] hij altijd over vroeger.
Slide 9 - Open question
Noteer de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd. a. Wanneer [krijgen] je die nieuwe computer? b. Mijn broer [worden] opgeleid tot piloot c. Wat [verwachten] je van de toekomst? d. [houden] je je trainer goed in de gaten?