Oefentoets spelling H1 t/m H6

Wat gaan we doen?
  • Zijn er nog vragen over de lesstof?
  • Twee opdrachten maken over de vervoeging van Engelse en 'gewone' werkwoorden.
  • Oefeningen in Lessonup maken. Kies voor 'oefentoets spelling H1 t/m H6.
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • Zijn er nog vragen over de lesstof?
  • Twee opdrachten maken over de vervoeging van Engelse en 'gewone' werkwoorden.
  • Oefeningen in Lessonup maken. Kies voor 'oefentoets spelling H1 t/m H6.

Slide 1 - Slide

... (Leiden) jij deze mensen naar de uitgang?

Slide 2 - Open question

Deze folder ... (misleiden) veel nietsvermoedende consumenten.

Slide 3 - Open question

Welke bewering is onjuist over het schrijven?

A
Je schrijft windstreken met een kleine letter: het oosten, zuidwest
B
Je schrijft dagen en maanden met een hoofdletter: Maandag, Dinsdag, Januari, Oktober.
C
Namen van seizoenen en periodes schrijf je met een kleine letter: herfst, de ijstijd
D
Je schrijft religies, stromingen en afleidingen daarvan met een kleine letter: christendom, islamieten

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste spelling?

A
moederkindje
B
moederskindje

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
auto ongeluk
B
autoöngeluk
C
auto-ongeluk

Slide 6 - Quiz

Welke bewering is juist?
A
Je gebruikt aanhalingstekens bij de directe rede/citaten.
B
Je gebruikt aanhalingstekens bij de indirecte rede.
C
Je gebruikt aanhalingstekens bij gedachten.

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
havo leerling
B
havoleerling
C
havo-leerling

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
vwo leerling
B
vwoleerling
C
vwo-leerling

Slide 9 - Quiz


Kies de juiste spelling.

Het [beloven] weer een flinke uitdaging te worden.


A
belooft
B
beloofd

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
plugin
B
plug-in

Slide 11 - Quiz

Welke spelling is juist?

Ik ... moe van spelling.
A
wordt
B
wort
C
word

Slide 12 - Quiz

Welke spelling is juist?

Volgens mij ... je broer moe van spelling.
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
jarik de boer
B
Jarik De Boer
C
Jarik de Boer
D
jarik De Boer

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
1,5 meter-samenleving
B
anderhalve meter samenleving
C
anderhalvemetersamenleving
D
1,5metersamenleving

Slide 15 - Quiz

Welke bewering is waar?
A
De ik-vorm van een Engels werkwoord maak je meestal door -en van het werkwoord af te halen.
B
Een Engels werkwoord met een dubbele medeklinker aan het eind schrijven we in het Nederlands altijd met een enkele medeklinker.
C
Engelse werkwoorden vervoeg je anders dan Nederlandse werkwoorden.

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
westen
B
Westen

Slide 17 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
bouw- en onderhouds werkzaamheden
B
bouw en onderhoudswerkzaamheden
C
bouw en onderhouds werkzaamheden
D
bouw- en onderhoudswerkzaamheden

Slide 18 - Quiz

Welke zin is juist gespeld?
A
s' Ochtends eet ik altijd havermout.
B
's Ochtends eet is altijd havermout.
C
'S ochtends eet ik altijd havermout.
D
S' ochtends eet ik altijd havermout.

Slide 19 - Quiz

In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?
A
Het KNMI waarschuwt voor gladheid in grote delen van het land, het instituut adviseert om voorzichtig te zijn op de weg.
B
Lever je volle spaarkaart in bij de kassa, en neem het gratis boodschappenpakket mee naar huis.
C
Vol verwachting klopt ons hart; want Sinterklaas is in aantocht.
D
Wanneer ik naar Parijs ga, wil ik de Eiffeltoren beklimmen.

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste toepassing van het vervangingsstreepje bij:
spannende films en romantische films?
A
spannende en romantische films
B
spannende- en romantische films

Slide 21 - Quiz

Neem onderstaande zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

als je de stad nog nooit bezocht hebt moet je in ieder geval het noordelijke gedeelte bekijken

Slide 22 - Open question

Neem onderstaande zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

in de avond loopt ronald de goede altijd een laatste rondje met de hond want mevrouw de goede blijft na negenen liever binnen

Slide 23 - Open question

Hester kan moeilijk kiezen […] ze twijfelt altijd.

Vul de zin aan met het juiste leesteken. Kies uit: komma, dubbele punt of puntkomma. Welke van onderstaande zinnen is juist?


A
Hester kan moeilijk kiezen, ze twijfelt altijd.
B
Hester kan moeilijk kiezen; ze twijfelt altijd.
C
Hester kan moeilijk kiezen: Ze twijfelt altijd.

Slide 24 - Quiz

Vul op de puntjes de juiste vorm van het werkwoord rugbyen in.

Hij […] vandaag.

Slide 25 - Open question

Vul op de puntjes de juiste vorm van het werkwoord rugbyen in.

Wij […] gisteren.

Slide 26 - Open question

Vul op de puntjes de juiste vorm van het werkwoord rugbyen in.

Zij hebben […].

Slide 27 - Open question

In welke zin is het werkwoord correct vervoegd?

Mijn zusje heeft deze zomer […] in Australië.
A
Mijn zusje heeft deze zomer gebackpackt in Australië.
B
Mijn zusje heeft deze zomer gebackpackd in Australië.
C
Mijn zusje heeft deze zomer gebackpacket in Australië.
D
Mijn zusje heeft deze zomer gebackpacked in Australië.

Slide 28 - Quiz

In welke zin is het werkwoord correct vervoegd?

De nieuwe directeur heeft alles onder controle. Hij […] de
boel alsof hij nooit anders heeft gedaan.

A
De nieuwe directeur heeft alles onder controle. Hij managed de boel alsof hij nooit anders heeft gedaan.
B
De nieuwe directeur heeft alles onder controle. Hij managet de boel alsof hij nooit anders heeft gedaan.
C
De nieuwe directeur heeft alles onder controle. Hij managd de boel alsof hij nooit anders heeft gedaan.
D
De nieuwe directeur heeft alles onder controle. Hij managt de boel alsof hij nooit anders heeft gedaan.

Slide 29 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
Zuid Spanje
B
Zuid-Spanje
C
zuid Spanje
D
zuid-Spanje

Slide 30 - Quiz

Welke bewering is onjuist?
A
samenstellingen van drie woorden of minder schrijf je niet aan elkaar: tennis racket, basket bal
B
veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel schrijf je aan elkaar: dichtbevolkt, stomverbaasd.
C
veel samengestelde werkwoorden schrijf je aan elkaar: autorijden, losmaken, pianospelen
D
getallen met honderd en duizend schrijf je aan elkaar: honderdduizend, zestienduizend

Slide 31 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
pro actief
B
proactief
C
pro-actief

Slide 32 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
hockeyelftal
B
hockey elftal
C
hockey-elftal

Slide 33 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
ijs en bruine beren
B
ijs- en bruine beren
C
ijs en bruineberen
D
ijs- en bruineberen

Slide 34 - Quiz

Wat is de juiste toepassing van het vervangingsstreepje bij:
klassieke muziek en moderne muziek?
A
klassieke- en moderne muziek
B
klassieke en moderne muziek

Slide 35 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
bruine bonen soep
B
bruine bonensoep
C
bruinebonen soep
D
bruinebonensoep

Slide 36 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
oud leraar
B
oudleraar
C
oud-leraar

Slide 37 - Quiz

Welke regel hoort bij de samenstelling van het woord 'secondewijzer'?
A
Het eerste deel heeft een meervoud op -s én op -en.
B
Het eerste deel heeft geen meervoud.
C
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.
D
Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 38 - Quiz

Maak de juiste samenstellingen. Plaats zo nodig -e- of -en- of -s-.
1. hoog+school
2. varken+snuit
3. lach+bek
4. bed+goed

Slide 39 - Open question

Ben je al begonnen aan het leren van de toets spelling?
Ja!
Nee
een beetje
ik leer pas op het laatste moment

Slide 40 - Poll

Ik beheers de theorie van de hoofdstukken 1 t/m 6 van spelling.
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll