4.2 en 4.3 Socialisatie en hokjesdenken

Maatschappijleer
4.2 Worden wie je bent
4.3 Hokjesdenken
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Maatschappijleer
4.2 Worden wie je bent
4.3 Hokjesdenken

Slide 1 - Slide

Deze les:
1. Uitleg 4.2:
- Nature of nurture?
- Wat is en hoe werkt socialisatie?
- Wanneer heb je iets geïnternaliseerd?
- Masculien en feminien

2. Uitleg 4.3
- Categoriseren
- Vooroordelen of stereotypen?
- Gevolgen van hokjesdenken en social cohesie

Slide 2 - Slide

Wanneer is er sprake van een generatieconflict?
A
Ruzie tussen boomers en millennials
B
Meningsverschil tussen kinderen en (groot)ouders
C
Meningsverschil tussen mensen die 20 jaar ouder/jonger zijn dan anderen.
D
Meningsverschil tussen boomers en zoomers

Slide 3 - Quiz

Wat betekend culturele diversiteit?

Slide 4 - Open question

Wat is GEEN etnische subcultuur?
A
De Friese cultuur
B
De Surinaamse cultuur
C
De Turkse cultuur
D
De Duitse cultuur

Slide 5 - Quiz

Nature vs. nurture
Was heel lang discussie over waar gedrag vandaan kwam:
- Opvoeding (nurture) of aangeboren (nature)

Onderzoek: het is een combinatie van beiden:
- Aanleg voor agressie of verlegen
- Aanleg voor psychische stoornissen
- Mensen met een gebrekkige of geen
   opvoeding vertonen vaker asociaal gedrag
- Kinderen nemen normen en waarden over
   van hun omgeving.

Slide 6 - Slide

Wat is socialisatie?
A
Aardig doen tegen anderen
B
Met mensen uit/omgaan
C
Normen en waarden leren door omgang met anderen.
D
Andere mensen leren hoe ze zich moeten gedragen.

Slide 7 - Quiz

Socialisatie
Je leert (nurture) wat de regels zijn en hoe je met anderen moet omgaan door omgang met anderen:
- Je ouders
- Je familie
- Je vrienden
- Je klasgenoten
- Je collega's

Slide 8 - Slide

Socialisatie, hoe gaat dat?
Imitatie: Je doet mensen na.
Informatie: Mensen vertellen/leren je wat de regels zijn.
Sociale controle
Hoe andere mensen reageren op gedrag kan jou leren wat wel of niet kan.

Slide 9 - Slide

Wat betekend internalisatie?

Slide 10 - Open question

Internalisatie
Als je verwacht gedrag automatisch doet, zonder er over hoeft na te denken.

Bijvoorbeeld: je telefoon in de telefoon tas doen zonder dat je erover hoeft na te denken.
Dan heb je het gedrag geïnternaliseerd.

Slide 11 - Slide

Wat betekenen masculien en feminien?
A
Of je een man of een vrouw bent
B
Of mannen of vrouwen meer macht hebben
C
Of je je als man of als vrouw gedraagt
D
Of er onderscheid is tussen mannen en vrouwen

Slide 12 - Quiz

Wat is/betekend hokjesdenken?

Slide 13 - Open question

Hokjesdenken
Mensen categoriseren: we plaatsen mensen die we ontmoeten in herkenbare hokjes:
- Man/vrouw
- Nederlands/niet-Nederlands
- Arm/rijk
- Slim/'dom'
- Sociaal/asociaal

Zonder dat we die mensen echt kennen.

Slide 14 - Slide

Chinezen zijn slim.
Dit is een ....
A
Stereotype
B
Vooroordeel
C
Compliment
D
Feit

Slide 15 - Quiz

Vooroordeel en stereotype
Stereotype= Een overdreven beeld van een bepaalde groep mensen.

Vooroordeel= een oordeel over iemand zonder dat je persoon goed kent.

Slide 16 - Slide

Wat is discriminatie?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

Gevolgen van hokjesdenken
- Ongelijkheid op de arbeidsmarkt

- Ongelijkheid in het onderwijs

- Discriminatie/racisme bij opsporing van
   criminaliteit

- Op straat en in social media: haat, geweld en
   discriminatie tegen migranten, moslims,
   joden en LHBTI-ers.

Slide 19 - Slide

Wat is sociale cohesie?
A
Hoe goed kunnen mensen meedraaien in de maatschappij
B
Hoe goed gaan mensen met elkaar om?
C
In hoeverre voelen mensen zich verbonden met de samenleving
D
Hoe goed begrijpen mensen de normen en waarden van de samenleving

Slide 20 - Quiz

Sociale cohesie
Des te meer mensen zich verbonden voelen met de rest van de samenleving, des te beter functioneert de samenleving.

Is er weinig sociale cohesie?
- Onrust
- Geweld
- Ongelijkheid

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
Wat: Opdrachten 4.2 maken: 2 t/m 6, 7, 10, 12
           Opdrachten 4.3 maken: 2 t/m 4, 6, 8 t/m 10, 13
           H3: PO bezinning en werk afmaken.
           H5: Examenvoorbereiding   
Muziek: Alleen met koptelefoon
Wat heb je nodig: Laptop, pen
Vragen/klaar? Hand opsteken, docent komt helpen/nakijken.

Slide 22 - Slide